Op weg naar rijbewijs B - les 29

• GASV
• Buitengewoon secundair onderwijs

Op weg naar rijbewijs B - les 29

Wie is er in het verkeer een kwetsbare weggebruiker?

1. Defensief rijden 

Defensief rijden is proberen zo te rijden dat je niet bij een ongeval betrokken raakt.

• Je probeert zelf geen fouten te maken en probeert fouten van anderen te voorspellen
  
• Je houdt je aandacht bij het verkeer
  
• Je vertraagt bij de aanwezigheid van kinderen, ouderen en dieren op de weg
  
• Je rijdt niet agressief
  
• Je vertraagt bij slecht weer of slechte omstandigheden
  
• Je houdt rekening met de dode hoek van vrachtwagens
  
• Je bent steeds goed zichtbaar
  

2. twee-seconderegel 

Je zoekt een herkenningspunt een eindje voor je voorligger (bv. boom, verlichtingspaal). De auto voor jou rijdt dat punt voorbij. Jij telt “eenentwintig, tweeëntwintig. Dan pas mag je zelf je gekozen punt voorbij rijden. --> Rijd je vroeger voorbij dat punt, dan rij je te dicht bij je voorligger

Bij slecht weer hou je beter wat meer afstand en tel je tot drieëntwintig

3. Gematigde opzichter

Een gematigde opzichter helpt kinderen veilig oversteken. Ze helpen ook bij wielerwedstrijden.

Als deze personen een bord met een rode rand opsteken, moet je stoppen.

Je moet hun aanwijzingen opvolgen.

Wie mag er voorbij dit bord rijden?

Wat betekent volgend verkeersbord?

Hoe snel mag je rijden op deze voorbehouden weg?

1. 20 km/u
2. 25 km/u
3. 30 km/u
4. 40 km/u

4. Veiligheid in tunnels 

Een tunnel langer dan 500 meter wordt steeds door dit bord

aangeduid. De lengte van de tunnel kan eronder

aangegeven worden.

Door de duisternis bij het binnenrijden van de tunnel zie je weinig. Zet steeds je dimlichten aan. In een tunnel is het belangrijk dat je defensief rijdt.

4. Veiligheid in tunnels 

Je mag niet parkeren en stilstaan in een tunnel. Indien je een ongeval hebt, moet je indien mogelijk op de pechstrook gaan staan. Indien dit er niet is, moet je je voertuig zo rechts mogelijk zetten.