Excel basis

Excel
Excel
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Digitale vaardighedenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Excel
Excel

Slide 1 - Slide

Welke cel is geselecteerd?
A
H1
B
G1
C
H2
D
G2

Slide 2 - Quiz

Is hier een rij of een kolom geselecteerd?
A
Rij
B
Kolom

Slide 3 - Quiz

Is hier een rij of een kolom geselecteerd?
A
Rij
B
Kolom

Slide 4 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt vermenigvuldigen (keer)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 5 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt aftrekken (min)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 6 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt optellen (plus)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 7 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt delen?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 8 - Quiz

Als je in Excel een formule (som) wilt aangeven dan begin je altijd met een bepaald teken. Welk teken is dat?
A
=
B
#
C
&
D
@

Slide 9 - Quiz

Hoe schrijf je deze formule in Excel?
A
=3x3
B
=A8xC8
C
=A8*C8
D
=SOM(A8*C8)

Slide 10 - Quiz

Hoe zet je namen op alfabetische volgorde in Excel
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Kun je in Excel grafieken maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

welke formule gebruiken we in Excel om cijfers met elkaar te vermenigvuldigen
A
=A1xA2
B
= A1/A2
C
=A1*A2

Slide 13 - Quiz

welke formule gebruiken we in Excel om te cijfers met elkaar te delen
A
=A1>A2
B
=A1xA1
C
=A1/A2

Slide 14 - Quiz

Welk van de volgende formules is juist om te vermenigvuldigen in Excel
A
=2x4
B
C2*D4=
C
=C2*D4
D
=C2xD4

Slide 15 - Quiz

Een kolom in Excel staat...
A
Verticaal
B
Horizontaal

Slide 16 - Quiz

In je Excel-bestand kun je rijen en kolommen niet invoegen
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

6. Stel: in het examen moet je in Excel iets uitreken. Je gebruikt geen formule, maar hebt het antwoord goed. Wordt dit goed gerekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Kun je in Excel ook grafieken maken?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 19 - Quiz