This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Deze les
5.2 vrijmaken van energie (herhaling)
en 5.3 voedsel door micro-organismen
Slide 1 - Slide
Wat zijn energierijke voedingsstoffen?
A
Koolhydraten, vetten, mineralen
B
Koolhydraten, vetten, vitaminen
C
Koolhydraten, vitaminen, mineralen
D
Koolhydraten, vetten, eiwitten
Slide 2 - Quiz
Energie
Slide 3 - Slide
Dissimilatie
Energie uit brandstoffen komt vrij door dissimilatie
Verbranding koolhydraten, vetten en eiwitten in mitochondriën met zuurstof
Deel van energie komt vrij als warmte
Rest van de energie opgeslagen als ATP
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Binas90A
Slide 6 - Slide
Creatinefosfaat (CP) Eerste voorraad ATP
Slide 7 - Slide
Anaerobe dissimilatie
Anaeroob = zuurstofloos
Levert slechts 2 ATP op
Product is 2x melkzuur (lactaat)
Gebeurt in grondplasma
Slide 8 - Slide
Aerobe dissimilatie
Aeroob = Met zuurstof
Dissimilatie glucose = 38ATP
Gebeurt in mitochondriën
Slide 9 - Slide
Dissimilatie
Anaerobe (zonder zuurstof) --> melkzuurgisting
Aerobe (met zuurstof)
Slide 10 - Slide
Waar komt bij deze sporten de energie vandaan?
100 meter sprint
een marathon
1000 meter schaatsen
Vooral de ATP en CP voorraad in de spieren
Vooral anaerobe dissimilatie van glucose
Vooral aerobe dissimilatie van glucose
Slide 11 - Drag question
§5.3 Leerdoelen
Je vergelijkt in een reactievergelijking de melkzuurgisting en alcoholische gisting
Je herkent alcoholische gisting en melkzuurgisting in verschillende situaties
Slide 12 - Slide
Klassieke biotechnologie
=> Gebruik maken van micro-organismen bij voedselbereiding:
Melkzuurgisting
Alcoholgisting
Slide 13 - Slide
Melkzuurgisting
Door bacteriën
Bacteriën zetten lactose (melksuiker) om in melkzuur.
Melkzuur verlaagt de pH (zuur).
Anaerobe dissimilatie
Slide 14 - Slide
STAP 3. MELKZUURGISTING
ofwel: anaerobe dissimilatie
Dissimilatie = afbraak van glucose
Anaeroob = zonder zuurstof
LET OP: vindt alleen plaats als
er geen zuurstof aanwezig is,
per glucose molecuul 2 ATP-tjes.
Slide 15 - Slide
Yoghurt maken
In melk zit lactose (melksuiker).
Lactose is een .... sacharide (zoek op in BINAS 67F1, 2, 3
Melkzuurbacteriën zetten lactose om in glucose en vervolgens
glucose in (2) melkzuur + (2) ATP (hier is geen zuurstof voor nodig!)
C6H12O6 → 2C3H6O3 +2 ATP
Slide 16 - Slide
Bij melkzuurgisting ontstaat:
A
Melkzuur, ATP, Koolstofdioxide
B
Melkzuur, ATP
C
Melkzuur, ethanol, koolstofdioxide
D
Melkzuur, koolstofdioxide
Slide 17 - Quiz
Alcoholgisting
Via eencellige gistcellen
Glucose => ethanol (alcohol) + koolstofdioxide + ATP.
Anaeroob proces
Slide 18 - Slide
Alcoholische gisting
Anaerobe dissimilatie:
C6H12O6 -> 2 C2H5OH + 2 CO2 + 2ATP
Gistcellen maken wijn van druiven en bier van granen.
Gistcellen laten brooddeeg rijzen.
ethanol
=
alcohol
Slide 19 - Slide
Alcohol maken
Met behulp van gisten (eencellige schimmels) kun je alcohol maken van suiker.
Dit heet alcoholische gisting.
Gisten zetten glucose om in (2) alcohol + (2) CO2 + (2) ATP (hier is geen zuurstof voor nodig!)
C6H12O6 → 2C2H6O + 2 CO2 + 2 ATP
Slide 20 - Slide
Welke organismen maken gebruik van alcoholgisting?
A
Melkzuurbacterien
B
Eencellige gisten
C
Meercellige gisten
Slide 21 - Quiz
Brood
Om brood te bakken heb je niet veel nodig. In ieder geval gist.
Slide 22 - Slide
Hoe zorgt gist voor de gaatjes in brood?
A
Door een deel van het deeg weg te eten
B
Door in het deeg belletjes O2 te maken
C
Door in het deeg belletjes CO2 te maken
D
Door in het deeg lucht te blazen van buiten
Slide 23 - Quiz
Iemand heeft zelf aardbeienjam gemaakt. Na een paar maanden opent hij een pot jam. Bij het openen van de pot komt er wat gas vrij. De jam ruikt naar alcohol. Welke omzetting heeft in deze pot jam plaatsgevonden?
A
dissimilatie van glucose met zuurstof waarbij alcohol en CO2 ziin ontstaan
B
dissimilatie van glucose zonder zuurstof waarbij alcohol en O2 zijn ontstaan
C
dissimilatie van glucose zonder zuurstof waarbij alcohol en CO2 zijn ontstaan
D
geen van deze antwoorden
Slide 24 - Quiz
Huiswerk
Opdracht 37 t/m 47 van §5.3
Slide 25 - Slide
Hoeveel keer meer glucose moleculen heb je nodig bij de anaerobe dissimilatie t.o.v. aerobe dissimilatie voor dezelfde hoeveelheid energie?