Herhaling - les 1

Herhaling

Lesplanning:
  1. Herhaling dichtheid
  2. Oefentoets: vraag 5 t/m 9
  3. Herhaling soortelijke warmte
  4. Oefentoets: vraag 2 t/m 4, 10 en 11
  5. Kahoot H7
oefentoets boek
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling

Lesplanning:
  1. Herhaling dichtheid
  2. Oefentoets: vraag 5 t/m 9
  3. Herhaling soortelijke warmte
  4. Oefentoets: vraag 2 t/m 4, 10 en 11
  5. Kahoot H7
oefentoets boek

Slide 1 - Slide

Formules bord:
E = P * t
Q = c * m * delta T
rho = m / V
Niet kiezers
hebben deze les de mogelijkheid om in stilte aan een
ander vak te werken.
Niets te doen: mindmap materialen
Materialen ordenen in groepen.
Toevoegen waar de materialen voor worden gebruikt. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Dichtheid
dichtheid=volumemassa
ρ(cm3g)=V(cm3)m(g)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

500 ml = ... cm³
A
50
B
0,5
C
500
D
5000

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

530 cm³ = ... dm³
A
0,53 dm³
B
5,3 dm³
C
53 dm³
D
5300 dm³

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

2,0 L = ... cm³
A
20 cm³
B
200 cm³
C
2000 cm³
D
0,20 cm³

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Dichtheid omrekenen:
10 g/cm³ = .... g/dm³
A
10 000
B
1000
C
0,01
D
0,001

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

25 g/cm³ = ... g/dm³
A
0,025
B
0,25
C
2500
D
25 000

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

6530 kg/m³ = ... kg/dm³
A
653
B
6,530
C
0,6530
D
653000

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeld

Een blok piepschuim heeft een volume van 2,0 m³. De dichtheid van piepschuim is 33 g/dm³. 
Bereken de massa van het blok piepschuim. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets boek
vraag 5 t/m 9
timer
10:00
Klaar: ga verder met 1 t/m 4

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Warmte VS temperatuur
Warmte
Warmte is de hoeveelheid energie die zich verplaats van een voorwerp met een hoge temperatuur naar een voorwerp met een lage temperatuur.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave 1
Een klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 0,5 kg wordt boven een gasvlam gehouden. In
2 minuten tijd stijgt de temperatuur van 20 °C naar 50 °C. 

Bereken hoeveel warmte de klomp gietijzer heeft opgenomen.


  • Q = 0,5 * 500 * 30  
  • Q = 7500 J
Q=cmΔT

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave 2

De klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 0,5 kg en een temperatuur van 50 ⁰C wordt in 100 gram vloeistof met een temperatuur van 20 ⁰C geplaatst. De eindtemperatuur van het mengsel is 34 ⁰C. 

Bereken de soortelijke warmte van de vloeistof.
Neem aan dat er geen warmte verloren gaat aan de omgeving.
  • Qop = Qaf
  • Qgietijzer = Q vloeistof


  • Qgietijzer = 0,5 * 100 * 30
  • Qgietijzer = 1500 J
Q=cmΔT

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave 2

De klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 0,5 kg en een temperatuur van 50 ⁰C wordt in 100 gram vloeistof met een temperatuur van 20 ⁰C geplaatst. De eindtemperatuur van het mengsel is 34 ⁰C. 

Bereken de soortelijke warmte van de vloeistof.
Neem aan dat er geen warmte verloren gaat aan de omgeving.
  • Qgietijzer = Qvloeistof = 1500 J


  • 1500 = c *  500 * 14
  • 1500 = c * 7000
  • c = 1500 / 7000 = 0,21 J/g/⁰C
Qvloeist.=cmΔT

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave 3

Een frituurpan met een vermogen van 2000 W verwarmt 2,0 kg
fituurvet (c = 1,8 J/g⁰C). Bereken de temperatuurstijging in 6 minuten. 
  • E = P * t
  • t = 6 min = 360 s
  • E = 2000 * 360 =720 000 J

  • Q = c * m * ΔT
  • 720 000 = 1,8 * 2000 * ΔT
  • 720 000 = 3600 * ΔT
  • ΔT = 720 000 / 3600 
  • ΔT = 200 ⁰C

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets boek
vraag 1 t/m 4, 10 en 11
timer
10:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Kahoot

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Je voegt aan twee stoffen met gelijke massa 100 J warmte toe. De temperatuur van stof A neemt meer toe dan de temperatuur van stof B. Welke stof heeft de grootste soortelijke warmte?
A
Stof A
B
Stof B

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions