H7 Materialen - les 2 - 3A1

§7.2 Warmte
Lesplanning
  1. Klassikale opgave soortelijke warmte
  2. Aan de slag:
    - practicum soortelijke warmte metalen blokje
  3. Klassikaal: dichtheid
  4. Afsluiting

HW: §7.2 opgave 15 t/m 20
Saara inhalen SO
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

§7.2 Warmte
Lesplanning
  1. Klassikale opgave soortelijke warmte
  2. Aan de slag:
    - practicum soortelijke warmte metalen blokje
  3. Klassikaal: dichtheid
  4. Afsluiting

HW: §7.2 opgave 15 t/m 20
Saara inhalen SO

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je ...
  • dichtheid berekenen;
  • rekenen met de soortelijke warmte.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Soortelijke warmte
De soortelijke warmte van een stof is de
hoeveelheid energie die nodig is om
1 gram van een stof met 1 graad omhoog
te laten stijgen.

Voor water: c = 4,2 J/g/⁰C

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Qop = Qaf
De warmte die een warm object afstaat is gelijk aan de warmte die het koude object opneemt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave
Een klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 500 g en een temperatuur van 50 ⁰C wordt in 100 gram vloeistof met een temperatuur van 20 ⁰C geplaatst. De eindtemperatuur van het mengsel is 34 ⁰C. 

Bereken de soortelijke warmte van de vloeistof.
Neem aan dat er geen warmte verloren gaat aan de omgeving.
Gietijzer:            
c = 0,5 J/g°C
m = 500 g
Δ T = 50 - 34 = 16 ⁰C
Vloeistof:  
m = 100 g
Δ T = 34 - 20 = 14 ⁰C
Qop=Qaf

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Proef 2
De soortelijke warmte van een metalen blokje bepalen.

Slide 7 - Slide

Formule soortelijke warmte met betekenis letters op het bord.
Als je klaar bent ...

§7.2 opgave 22, 25 en 26
Proef 2 
soortelijke warmte metalen blokje
timer
30:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


§7.1 dichtheid

drijven, zinken en zweven

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De formule van dichtheid
dichtheid=volumemassa
ρ(cm3g)=V(cm3)m(g)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Een gouden ketting heeft een massa van 35 g. De dichtheid van goud is
19,3 g/cm³. Bereken het volume.
A
35 : 19,3 = 1,8 cm³
B
19,3 : 35 = 0,55 cm³
C
35 x 19,3 = 675,5 cm³

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De dichtheid = 2,5 g/cm³.
Het volume = 4 cm³.
Bereken de massa.
A
4 : 2,5 = 1,6 g
B
2,5 : 4 = 0,625 g
C
2,5 x 4 = 10 g

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De massa = 15 g.
De dichtheid = 3 g/cm³
Bereken het volume.
A
15 : 3 = 5 cm³
B
3 : 15 = 0,2 cm³
C
15 x 3 = 45 cm³

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Dichtheid omrekenen:
10 g/cm³ = .... g/dm³
A
10 000
B
1000
C
0,01
D
0,001

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

6530 kg/m³ = ... kg/dm³
A
653
B
6,530
C
0,6530
D
653000

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waarom blijf je drijven in
de dode zee?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
In je schrift maken en nakijken
 §7.2 opgave 22, 25 en 26
Vergeet niet je poster in te leveren.  

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Als je de massa van de stof die je wilt verwarmen 3 keer zo groot maakt. Hoeveel keer meer energie heb je dan nodig?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Je voegt aan twee stoffen met gelijke massa 100 J warmte toe. De temperatuur van stof A neemt meer toe dan de temperatuur van stof B. Welke stof heeft de grootste soortelijke warmte?
A
Stof A
B
Stof B

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions