kwaliteitszorg en vakdeskundigheid

1 / 27
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

noteer wat jullie al weten over werken binnen de maatschappelijke zorg

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

noteer wat je graag nog over dit onderwerp zou willen weten

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Ambulante zorg is aan huis zorg bieden..Het voordeel van ambulante zorg is dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen als ze hulp nodig hebben. 
Intramurale zorg wordt ook klinische zorg genoemd. Het gaat om vormen van zorg die binnen de muren van een instelling gegeven worden.. Mensen worden opgenomen in een instelling en verblijven hier meerdere dagen omdat ze niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Je zou hierbij kunnen denken aan een ggz-instelling, een instelling voor cliënten met een verstandelijke beperking of een ziekenhuis.
Semimurale zorg is dagbesteding
Transmurale zorg wordt ook ketenzorg genoemd. Transmurale zorg is zorg die wordt aangeboden door verschillende zorgverleners. Hierbij is er een combinatie van intramurale en extramurale zorg. Verschillende zorgverleners maken samen afspraken zodat ze samen de verantwoordelijkheid nemen voor de zorg van de cliënt. Zo kan een medisch specialist uit het ziekenhuis samenwerken met de huisarts, verpleegkundigen en verzorgenden vanuit thuiszorg.
Residentiële zorg valt onder intramurale zorg. Ook hier gaat het om zorg die binnen de muren van een instelling wordt gegeven. De term residentiële zorg wordt vooral gebruikt binnen de jeugdzorg. Binnen residentiële jeugdzorg verblijven kinderen tot achttien jaar die niet thuis kunnen blijven wonen. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

......wordt ook ketenzorg genoemd

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Bij .....worden mensen opgenomen in een instelling en verblijven ze hier meerdere dagen omdat cliënten niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

....is zorg die wordt aangeboden door verschillende zorgverleners. Hierbij is er een combinatie van ..... en......

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Bij........heeft een client meer zorg nodig dan bij ........maar een volledig verblijf in een instelling is niet nodig

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

........is zorg die buiten de muren van een instelling wordt verleend.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

residentiële zorg valt onder.........Ook hier gaat het om zorg die binnen de muren van een instelling wordt gegeven.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

als ambulante begeleider ondersteun, verzorg en begeleid je cliënten binnen een woongroep
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

een medewerker dagbesteding wordt vaak ook woonbegeleider genoemd.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

als jobcoach ga je samen met de client in gesprek over hoe het gaat op het werk en ondersteun je bij eventuele moeilijkheden.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Als medewerker dagbesteding ben je verantwoordelijk voor het opstellen van een activiteitenaanbod
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Als jobcoach ondersteun je bij het huis schoonmaken, boodschappen, koken of het doen van de was.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

Binnen de verschillende organisatievormen krijgen professionals te maken met diverse soorten cliënten. Binnen deze opdracht krijg je verschillende cliëntbeschrijvingen. Je maakt de opdracht individueel. Geef bij elke beschrijving aan bij welke organisatievorm de cliënt het best past.
tips en tops

Slide 27 - Open question

This item has no instructions