What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voornaamwoorden 2vwo+
Wederkerig en wederkerend voornaamwoord
We gaan over van zinsdelen naar woordsoorten.
Nu krijgt elk woord zijn eigen naam.
Je kent al woordsoorten als: zn, lw, pers vnw, bez vnw en vz
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wederkerig en wederkerend voornaamwoord
We gaan over van zinsdelen naar woordsoorten.
Nu krijgt elk woord zijn eigen naam.
Je kent al woordsoorten als: zn, lw, pers vnw, bez vnw en vz
Slide 1 - Slide
Wederkerig voornaamwoord
afk = wedig.vnw
Nederland kent maar een wederkerig voornaamwoord:
elkaar
.
Soms wordt het nog geschreven als
mekaar
of
elkander
Slide 2 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
afk = wed.vnw
Het onderwerp 'keert weder' door het gebruik van een vervoeging van zich.
Bijvoorbeeld: ik schaam
me,
jij vergist
je
Slide 3 - Slide
Let op!
Woorden als
me
en
je
zijn niet altijd wederkerig voornaamwoorden!
Bijvoorbeeld: je vergist je.
Hier staat een pers.vnw en een wed.vnw in.
Slide 4 - Slide
Welk wederkerend voornaamwoord staat in de volgende zin:
Jullie hebben je voorgenomen een goed cijfer te halen.
A
Jullie
B
hebben
C
je
D
een goed cijfer
Slide 5 - Quiz
Welk wederkerig voornaamwoord staat in de zin:
Zij helpen elkaar met het opruimen van hun spullen.
A
Zij
B
elkaar
C
het
D
hun
Slide 6 - Quiz
Wat is het wederkerend voornaamwoord in de volgende zin:
Het is onze schuld dat wij ons hebben vergist.
A
onze
B
wij
C
ons
D
dat
Slide 7 - Quiz
Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord
Slide 8 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
Afk = aanw.vnw
Het
wijst
een mens, dier of ding aan. Vaak staat dat zn erachter, maar anders kan je die erachter bedenken.
Aanw.vnw zijn: deze, die, dat, dit, zulk, zo'n, dergelijke, zelf, hetzelfde, dezelfde
Slide 9 - Slide
Wat is het aanw.vnw in de volgende zin:
Is het dat meisje nog gelukt de toets in te halen?
A
het
B
dat
C
gelukt
D
in
Slide 10 - Quiz
Wat is het aanw.vnw in de volgende zin:
Hij vond dit het mooiste cadeau.
A
dit
B
het
C
mooiste
D
cadeau
Slide 11 - Quiz
Vragend voornaamwoord
afk= vr.vnw
Vragend voornaamwoorden staan aan het begin van een
vraag
.
Of aan het begin van een zin die gemaakt is van een vraag.
Wat zijn de vragend voornaamwoorden:
wie, wat, welke, wat voor (een)
Slide 12 - Slide
Wat is het vr.vnw in de volgende zin:
Wie gaat er mee naar de Nederlandse les?
A
Wie
B
mee
C
naar
D
de
Slide 13 - Quiz
Wat is het vr.vnw in de volgende zin:
Rex vraagt aan Roos wat zij vandaag gedaan heeft.
A
vraagt
B
aan
C
wat
D
heeft
Slide 14 - Quiz
Onbepaald voornaamwoord
Slide 15 - Slide
Wat is een onbepaald voornaamwoord?
A
deze
B
wat voor een
C
zich
D
men
Slide 16 - Quiz
Wat is het onbep.vnw in deze zin:
Het voorzetsel is iets dat ik niet begrijp.
A
voorzetsel
B
iets
C
dat
D
niet
Slide 17 - Quiz
Aan de slag
Ga online of in je boek oefenen voor de toets van donderdag.
Doe dat alleen; in stilte.
Gebruik de
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Voornaamwoorden 2vwo+
October 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Aanwijzend en vragend voornaamwoord 2vwo
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord 2vwo
November 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Aanwijzend en vragend voornaamwoord 2H
October 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
T2 woordsoorten opstart
January 2024
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Toets woordsoorten 1v
March 2019
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Vragend voornaamwoord
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2. Grammatica woordsoorten aanwijzend en vragend voornaamwoord
September 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2