Wederkerig en wederkerend voornaamwoord

2.8 Grammatica woordsoorten

- Voegwoorden
- Wederkerig en wederkerend voornaamwoord
- Telwoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2.8 Grammatica woordsoorten

- Voegwoorden
- Wederkerig en wederkerend voornaamwoord
- Telwoorden

Slide 1 - Slide

Voegwoorden
Je kent al woordsoorten als: zn, lw, pers vnw, bez vnw, vz,... 
Nevenschikkende voegwoorden:
- Leer deze uit je hoofd!
EN, MAAR, DUS, WANT, OF
Onderschikkende voegwoorden:
- Zorg dat je deze kunt herkennen. 
DAT, OPDAT, ZODAT, OMDAT, TERWIJL, TOEN, ALS, OF,.....

Slide 2 - Slide

Als ik een voldoende haal, krijg ik nieuwe schoenen.
Wat is het voegwoord in deze zin?

Slide 3 - Open question

Wederkerig voornaamwoord
afk = WGV

Nederland kent maar één wederkerig voornaamwoord: elkaar.
Soms wordt het nog geschreven als mekaar of elkander.

vb. Na lange tijd zagen ze elkaar. Ze vielen in elkaars armen. 

Slide 4 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
afk = WKV

Het onderwerp 'keert weder' door het gebruik van een vervoeging van zich.

Bijvoorbeeld: ik schaam me, jij vergist je

Slide 5 - Slide

Let op!

Woorden als me  en je zijn niet altijd wederkerige voornaamwoorden!

Bijvoorbeeld: je vergist je.
Hier staat een pers.vnw en een wed.vnw in.

Slide 6 - Slide

Welk wederkerend voornaamwoord staat in de volgende zin:
Jullie hebben je voorgenomen een goed cijfer te halen.
A
Jullie
B
hebben
C
je
D
een goed cijfer

Slide 7 - Quiz

Welk wederkerig voornaamwoord staat in de zin:
Zij helpen elkaar met het opruimen van hun spullen.
A
Zij
B
elkaar
C
het
D
hun

Slide 8 - Quiz

Wat is het wederkerend voornaamwoord in de volgende zin:
Het is onze schuld dat wij ons hebben vergist.
A
onze
B
wij
C
ons
D
dat

Slide 9 - Quiz

Telwoorden
Bepaald
Onbepaald
Hoofdtelwoord
1, 2, drie, vier,...
alle, veel, weinig,...
Rangtelwoord
1ste, 2de, derde, vierde,...
middelste, laatste, zoveelste,...

Slide 10 - Slide

Ik heb thuis drie katten, van wie de middelste mijn favoriet is.
A
Drie is een bepaald hoofdtelwoord.
B
Drie is een onbepaald hoofdtelwoord.
C
Drie is een bepaald rangtelwoord.
D
Drie is een onbepaald rangtelwoord.

Slide 11 - Quiz

Ik heb thuis drie katten, van wie de middelste mijn favoriet is.
A
Middelste is een bepaald hoofdtelwoord.
B
Middelste is een onbepaald hoofdtelwoord.
C
Middelste is een bepaald rangtelwoord.
D
Middelste is een onbepaald rangtelwoord.

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
Opdracht 1, 
opdracht 4 tot en met 9
opdracht 15

Slide 13 - Slide