3hv-kruisingen-2.3

Erfelijkheid en evolutie
Op tafel:
Chromebook -> lessonup
Reader genetica
Schrift + pen

Telefoon in (telefoon)tas
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Erfelijkheid en evolutie
Op tafel:
Chromebook -> lessonup
Reader genetica
Schrift + pen

Telefoon in (telefoon)tas

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Slide

Iemand, die in staat is zijn tong op te rollen is in het bezit van het allel R. Een persoon die zijn tong niet kan oprollen heeft twee zusters, die dit wel kunnen. Zijn beide ouders kunnen dit ook.

Welke genotypen van de ouders en de zusters zijn dan mogelijk?
A
Ouders RR en Rr, zusters RR en/of Rr.
B
Ouders Rr en Rr, zusters alleen RR.
C
Ouders RR en Rr, zusters alleen Rr.
D
Ouders Rr en Rr, zusters RR en/of Rr.

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt zelfstandig een kruisingschema maken voor een intermediaire overerving

Slide 4 - Slide

Intermediair fenotype

Slide 5 - Slide

Onvolledig dominant: Beide genotypen zijn even sterk

 
Intermediair: Beide fenotypen komen tot uiting 

Intermediair fenotype

Slide 6 - Slide

Intermediair fenotype

beide genen even sterk

                                             Wit leeuwenbekje = AwAw


                                              Roze leeuwenbekje = ArAw


                                               Rood leeuwenbekje = ArAr

Slide 7 - Slide

Intermediair fenotype:
Wat zijn de genotypen van deze kippen?

Slide 8 - Slide

Intermediair fenotype:
Wat zijn de genotypen van deze kippen?
AzAz
AwAw
AwAz
AwAz
AzAz
AwAz
AwAw
AwAz

Slide 9 - Slide

welke eigenschap is intermediair?
A
krullend haar
B
stijl haar
C
slag in het haar

Slide 10 - Quiz

Twee mensen met slag in het haar krijgen kinderen. Hoe groot is de kans op krullend haar bij de F1?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 11 - Quiz

Welke fenotypen verwacht je in de F1 als de ouders beide krullend haar hebben?
A
alleen krullend haar
B
krullend en slag
C
krullend slag en steil
D
krullend en steil

Slide 12 - Quiz

Een roze bloem K(r)K(w) kruist met een witte bloem K(w)K(w). Wat is de kans op roze nakomelingen?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 13 - Quiz

Bij honden heb je witte, zwarte en gevlekte dieren. Gevlekt is intermediair. Welk genotype past bij gevlekt
A
VGvG
B
VgVg
C
VwVz
D
Gg

Slide 14 - Quiz

Stel een gevlekte hond kruist met een witte hond. Welke fenotypen verwacht je in de F1?
A
wit
B
zwart
C
wit en gevlekt
D
gevlekt en zwart

Slide 15 - Quiz

Stel een witte en een gevlekte hond krijgen nakomelingen. In welke verhouding komen de fenotypen wit en gevlekt voor in de F1?
A
2:1
B
1:2
C
1:1
D
1:3

Slide 16 - Quiz

Kunnen een zwarte en gevlekte hond samen een witte nakomeling krijgen?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

In een nestje puppies zijn witte en zwarte nakomelingen. Wat is het genotype van de ouders?
A
VwVw en VzVz
B
VwVz en VzVw
C
VwVw en VzVw

Slide 18 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat: 1.  Nakijken 3.1 t/m 3.2.1
          2. Lezen 2.3 (blz. 10)
          3. Maken opdrachten 3.2.2 (blz. 21)
Hoe: Individueel
Hulp: Reader genetica
Klaar: -Lezen reader
             -Samenvatting
  

Slide 19 - Slide

Volgende keer
Weektaak:
Fijne vakantie! :)

Volgende les:
Vakantie!




Slide 20 - Slide