3hv-kruisingen-herhaling + 2.3-2223

Erfelijkheid en evolutie
Op tafel:
Chromebook -> lessonup
Reader genetica
Schrift + pen

Telefoon in telefoontas
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Erfelijkheid en evolutie
Op tafel:
Chromebook -> lessonup
Reader genetica
Schrift + pen

Telefoon in telefoontas

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Slide

Wanneer komt het aantal genen in paren voor in een cel?
A
Als het een lichaamscel is
B
Als het een geslachtscel is

Slide 3 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving 'een deel van een chromosoom met de informatie over 1 eigenschap?'
A
Chromosoom
B
Allel
C
DNA
D
Gen

Slide 4 - Quiz

Iemand, die in staat is zijn tong op te rollen is in het bezit van het allel R. Een persoon die zijn tong niet kan oprollen heeft twee zusters, die dit wel kunnen. Zijn beide ouders kunnen dit ook.

Welke genotypen van de ouders en de zusters zijn dan mogelijk?
A
Ouders RR en Rr, zusters RR en/of Rr.
B
Ouders Rr en Rr, zusters alleen RR.
C
Ouders RR en Rr, zusters alleen Rr.
D
Ouders Rr en Rr, zusters RR en/of Rr.

Slide 5 - Quiz

Uit een kruising tussen een zwart en een witte Cavia ontstaat een F1-generatie die voor de helft uit zwarte en voor de helft uit witte dieren bestaat. Worden de zwarte dieren van deze F1 onderling gekruist dan ontstaat een F2 van uitsluitend zwarte dieren.
Worden de witte dieren van de F1 onderling gekruist, dan ontstaan een F2 die voor ¾ uit witte en voor ¼ uit zwarte dieren bestaat. Wat zijn de genotype van de P, F1 en F2. Laat dit zien aan de hand van kruisingsschema's.  

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Je kunt zelfstandig een kruisingschema maken voor een intermediaire overerving

Slide 7 - Slide

Intermediair fenotype

Slide 8 - Slide

Onvolledig dominant: Beide genotypen zijn even sterk

 
Intermediair: Beide fenotypen komen tot uiting 

Intermediair fenotype

Slide 9 - Slide

Intermediair fenotype

beide genen even sterk

                                             Wit leeuwenbekje = AwAw


                                              Roze leeuwenbekje = ArAw


                                               Rood leeuwenbekje = ArAr

Slide 10 - Slide

Intermediair fenotype:
Wat zijn de genotypen van deze kippen?

Slide 11 - Slide

Intermediair fenotype:
Hoe ziet de F2 eruit? Geef het genotype en het fenotype en laat dit zien adhv een kruissingsschema. 
AzAz
AwAw
AwAz
AwAz
AzAz
AwAz
AwAw
AwAz

Slide 12 - Slide

Intermediair fenotype:
Hoe ziet de F2 eruit? Geef het genotype en het fenotype en laat dit zien adhv een kruissingsschema. 
AzAz
AwAw
AwAz
AwAz
AzAz
AwAz
AwAw
AwAz

Slide 13 - Slide

welke eigenschap is intermediair?
A
krullend haar
B
stijl haar
C
slag in het haar

Slide 14 - Quiz

Twee mensen met slag in het haar krijgen kinderen. Hoe groot is de kans op krullend haar bij de F1?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 15 - Quiz

Welke fenotypen verwacht je in de F1 als de ouders beide krullend haar hebben?
A
alleen krullend haar
B
krullend en slag
C
krullend slag en steil
D
krullend en steil

Slide 16 - Quiz

Stel een gevlekte hond kruist met een witte hond. Welke fenotypen verwacht je in de F1?
A
wit
B
zwart
C
wit en gevlekt
D
gevlekt en zwart

Slide 17 - Quiz

Stel een witte en een gevlekte hond krijgen nakomelingen. In welke verhouding komen de fenotypen wit en gevlekt voor in de F1?
A
2:1
B
1:2
C
1:1
D
1:3

Slide 18 - Quiz

Kunnen een zwarte en gevlekte hond samen een witte nakomeling krijgen?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

In een nestje puppies zijn witte en zwarte nakomelingen. Wat is het genotype van de ouders?
A
AwAw en AzAz
B
AwAz en AwAz
C
AwAw en AwAz

Slide 20 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat: 1.  Nakijken 3.1 t/m 3.2.1
          2. Lezen 2.3 (blz. 10)
          3. Maken opdrachten 3.2.2 (blz. 21)
Hoe: Individueel
Hulp: Reader genetica
Klaar: -Lezen reader
             -Samenvatting
  

Slide 21 - Slide

Volgende keer
Weektaak:
Maken opdrachten 3.2.2 + 3.2.3 (blz. 21 t/m 23)

Volgende les:
2.4 Geslachtsgebonden overerving




Slide 22 - Slide