Do 23 jan voltooid deelwoord blok 3

Voltooid deelwoord
Wat is een voltooid deelwoord?
Waar denk je aan bij het voltooid deelwoord?

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voltooid deelwoord
Wat is een voltooid deelwoord?
Waar denk je aan bij het voltooid deelwoord?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord

- Wat is het voltooid deelwoord?
- Hoe herken ik het voltooid deelwoord?
- Wanneer gebruik ik het voltooid deelwoord?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe vorm je het voltooid deelwoord?
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door 'hebben' of 'zijn' + het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.

Slide 3 - Slide

Leg uit hoe het voltooid deelwoord wordt gevormd en geef voorbeelden van beide vormen.
Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- Het voltooid deelwoord is  niet de persoonsvorm. 
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben, worden of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
Wat heb je geleerd?

Wat is het voltooid deelwoord? 
Waar kun je het voltooid deelwoord vinden?
Wat zijn de regels bij het spellen van het voltooid deelwoord?


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
=> Voltooid deelwoord herken je aan:
         

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt dat wordt het bijvoeglijke naamwoord lang met -en geschreven.

Het voltooid deelwoord eindigt op -en -> bn. dan ook. 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Hebben Veda en Ilona de opdracht nog niet gemaakt?
A
Anouk en Wendy
B
Hebben
C
de opdracht
D
gemaakt

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Gisteravond heeft Lisa een film op Netflix gekeken.
A
gisteravond
B
hebben
C
gekeken
D
veel mensen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Ik heb een nieuwe boek besteld bij bol.com.
___
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Hugo bestelt bij een snackbar een frikandel speciaal.
______
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Stacey en Dycke ontvangen iedere week de krant.
_________
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

VOLTOOID DEELWOORD

Je kunt het schema gebruiken om te bepalen hoe je het voltooid deelwoord schrijft:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

'Wat gebeurt daar achter in de klas?' vroeg de docent.
_______
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Dat is nog nooit gebeurd!
_______
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord is makkelijker om te schrijven, maar misschien moeilijker om te onthouden.


  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

voltooid deelwoord kort samengevat

Een een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Ilana heeft haar kamer alweer veranderd.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Waarom heb jij hem geloofd?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Daley heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Stan is naar Bakhuizen verhuisd.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Ik heb het haar (beloven)

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Hij (beloven) zijn ouders op tijd thuis te zijn. (Tegenwoordige tijd)

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Het heeft veel voor haar (betekenen)

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Het (betekenen) veel voor haar. (tt)

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

DOEL

VOLTOOID DEELWOORD

- je kunt voltooide deelwoorden correct spellen



Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor ma 27 jan
Spelling blok 3
Maken opdr. 1 t/m 5
Je weet hoe 't kofschip gebruikt kan worden voor de spelling van de werkwoorden in de verleden tijd.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions