HS 2.3 Lezen: feiten en meningen TH1A

Hoofdstuk 2.3
Lezen
Feiten en meningen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2.3
Lezen
Feiten en meningen

Slide 1 - Slide

feit

Slide 2 - Mind map

mening

Slide 3 - Mind map

Feit
Een feit is iets wat werkelijk zo is

Een feit is iets wat echt is gebeurd

Een feit kun je controleren


Slide 4 - Slide

Mening

Een mening is wat een persoon van iets vindt.

Meningen verschillen vaak. 

Andere woorden voor mening zijn:
standpunt, oordeel, opinie en opvatting.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Mening
Met welke woorden kun je je mening
over iets kenbaar maken?

Hoe noem je die woorden?
A. Zelfstandig naamwoord
B. Bijvoeglijk naamwoord
C. Lidwoord

Slide 7 - Slide

Feit of mening?

Het Vechtdalcollege staat aan de Balkerweg

De school ligt vlakbij De Caroussel

Het is een toffe school

Slide 8 - Slide

Moeilijkewoordenwijzer
Gebruik je als je een woord niet kent!

1. Is het woord belangrijk? Ja/nee

2. Zo ja, kun je de betekenis afleiden uit de context
(= zinnen in de buurt van het woord)?



Slide 9 - Slide

Moeilijkewoordenwijzer
Gebruik je als je een woord niet kent!

1. Is het woord belangrijk? Ja/nee

2. Zo ja, kun je de betekenis afleiden uit de context
(= zinnen in de buurt van het woord)?



Slide 10 - Slide

Moeilijkewoordenwijzer
Zoek in de tekst naar:

• een omschrijving;
• een synoniem;
• een voorbeeld;
• een woord met de tegengestelde betekenis;
• een zin die je op een idee brengt.



Slide 11 - Slide

Moeilijkewoordenwijzer
3. Geen aanwijzing in de tekst?


• Zoek het woord op in een woordenboek
of vraag de betekenis aan iemand.


Deze leesstrategie heet zoekend lezen.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide