2TH TH-boek Form. §6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden

Welkom 2A!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je leesboek er vast bij.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2A!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Stil lezen 
- Planning bekijken
- Doelen doornemen
- Vragen stellen over §5 Samengestelde zinnen schrijven
- Uitleg §6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden
- Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Pak je boek
en ga lekker lezen.

Heb je een boek geleend? 
Zet het na het lezen netjes terug in de kast.

Slide 3 - Slide

Planning bekijken
Zorg dat je bij blijft!

Slide 4 - Slide

Doelen
- Ik kan voegwoorden herkennen (§5).
- Ik kan samengestelde zinnen schrijven (§5).
- Ik kan kan bepalen of bij een werkwoord 
een vast voorzetsel hoort (§6).
- Ik kan veelvoorkomende vaste voorzetsels
 bij werkwoorden herkennen en gebruiken (§6).

Slide 5 - Slide

Terugblik op §5 Samengestelde zinnen schrijven

- Heb je §5 Samengestelde zinnen schrijven,
opdracht 1, 2 en 4, blz. 224-225, gemaakt?
- Heb je de opdrachten ook nagekeken?
- Waarom wel/niet?
- Welke vragen heb je nog?

Slide 6 - Slide

§6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden
Wat zijn voorzetsels ook alweer?



(Hint: denk aan 'kastjewoorden' en 'feestjewoorden'.)

Slide 7 - Slide

§6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden
Wat zijn voorzetsels ook alweer?
Voorzetsels geven een plaats, tijd of richting aan.

Voorbeelden: 
op, in, achter, tijdens, naar, naast, over, onder, 
van, bij, tegen, gedurende, voor, door.

Slide 8 - Slide

§6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden
- Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel. 
- Je kunt het voorzetsel dan niet vervangen door een ander  
   voorzetsel.

Slide 9 - Slide

§6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden
>> Samantha twijfelt er niet aan dat ze een voldoende haalt 
      voor de repetitie wiskunde.

Bij het werkwoord 'twijfelen' hoort het vaste voorzetsel 'aan'.
Je kunt 'aan' niet vervangen door een ander voorzetsel.

Slide 10 - Slide

§6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden
>> Onze hond Max ligt het liefst op/in/naast/achter/onder 
      de bank te slapen.

Bij 'liggen' hoort geen vast voorzetsel. Je kunt het met verschillende voorzetsels combineren.

Slide 11 - Slide

§6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden
Geef op de volgende pagina's aan of het voorzetsel dat tussen haakjes staat een vast voorzetsel bij het werkwoord is. 
Kies 'vast' of 'niet-vast'.

Slide 12 - Slide

Hanne verlangt nu al (naar) de zomervakantie.
A
vast
B
niet-vast

Slide 13 - Quiz

De jongens vertrekken (om) 7:45 uur vanaf het bruggetje.
A
vast
B
niet-vast

Slide 14 - Quiz

De docent dreigde (met) straf toen Lucian maar bleef kletsen.
A
vast
B
niet-vast

Slide 15 - Quiz

Pien heeft goed geleerd, dus rekent ze (op) een voldoende voor haar toets.
A
vast
B
niet-vast

Slide 16 - Quiz

Richards fiets staat (naast) de fietsenstalling.
A
vast
B
niet-vast

Slide 17 - Quiz

Ik kan kan bepalen of bij een werkwoord
een vast voorzetsel hoort (§6).
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

§6 Vaste voorzetsels bij werkwoorden
Vul op de volgende pagina's het voorzetsel in dat bij het werkwoord hoort dat tussen haakjes staat.

Slide 19 - Slide

Toen ze jarig was, (trakteerde) Rachèl ... waterijsjes.

Slide 20 - Open question

Sepp stond wel ruim een kwartier te (wachten) ... het meisje met wie hij had afgesproken.

Slide 21 - Open question

Brodey wil graag (proeven) ... de appeltaart die zijn vader net uit de oven heeft gehaald.

Slide 22 - Open question

Na schooltijd (belt) Vivian vaak nog uren ... haar beste vriendinnen.

Slide 23 - Open question

Tobias (schrok) ... de kat die plotseling de weg overstak.

Slide 24 - Open question

Ik kan veelvoorkomende vaste voorzetsels
bij werkwoorden gebruiken (§6).
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Aan de slag!
MNV Cursus 6, Formuleren, §6 Vaste voorzetsels
bij werkwoorden, opdr. 1 t/m 5, blz. 226-227.
Lees heel goed en maak opdracht 3 en 5 in je schrift.

Antwoordenboeken liggen in de kast en staan in Teams.
Vind je iets lastig? Stel vragen!
Deze opdrachten zijn huiswerk voor maandag 4 december.
timer
10:00

Slide 26 - Slide