Spreek! Schrijf! Leren argumenteren.

Spreek! Schrijf! Leren argumenteren.
IVIO@SCHOOL
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spreek! Schrijf! Leren argumenteren.
IVIO@SCHOOL

Slide 1 - Slide

Welkom
Docent: Ineke Hurkmans | Nederlands | welkom
Lesdoel
argumenten gebruiken in schriftelijke en mondelinge betogen | leren wat het verschil is tussen een stelling en een argument | argumentatieschema's

Slide 2 - Slide

In welke situaties
gebruik jij
argumenten?

Slide 3 - Mind map

Stelling | Argument
Stelling: denk in uitroeptekens
De maximum snelheid moet naar 100 km/u!
Scholen moeten 's morgens later beginnen!
Er moet een dna-databank komen!
want | omdat

Slide 4 - Slide

De maximum snelheid moet naar 100 km/u want|omdat....

Slide 5 - Open question

Scholen moeten 's morgens later beginnen want|omdat.......

Slide 6 - Open question

Er moet een dna-databank komen want|omdat.......

Slide 7 - Open question

nevenschikkende argumentatie
Er moet een dna-databank komen want
1.  dan zijn slachtoffers van rampen sneller te identificeren
2. dan kunnen geadopteerde kinderen hun biologische ouders sneller vinden
3. dan zullen misdaadcijfers sneller dalen

Slide 8 - Slide

Onderschikkende argumentatie
Er moet een dna-databank komen 
want dan zullen misdaadcijfers sneller dalen
omdat op de crime scene dna-sporen te vinden zijn
daardoor kan de dader sneller gevonden wordt want die laat nu eenmaal dna-sporen achter en de dader wil natuurlijk niet gepakt worden.

Slide 9 - Slide

blokjesschema

Slide 10 - Slide