H2L2 - 1THE - Donderdag 9 november - 2.1 Fictie - uitleg profielopdracht

Welkom 1THE
 : )

Planning van het eerste + tweede uur
  • Stillezen (10 minuten)
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg fictie
  • Zelfstandig werken
----------------------pauze-----------------------------
  • Tweede boekopdracht uitleggen
  • Stillezen

Aan het einde van deze les
  • weet je wat hoofd- en bijpersonen zijn;
  • kan je het uiterlijk en innerlijk van hoofdpersonen beschrijven;
  • kan je uitleggen of personages sympathiek beschreven worden.



timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 1THE
 : )

Planning van het eerste + tweede uur
  • Stillezen (10 minuten)
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg fictie
  • Zelfstandig werken
----------------------pauze-----------------------------
  • Tweede boekopdracht uitleggen
  • Stillezen

Aan het einde van deze les
  • weet je wat hoofd- en bijpersonen zijn;
  • kan je het uiterlijk en innerlijk van hoofdpersonen beschrijven;
  • kan je uitleggen of personages sympathiek beschreven worden.



timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken
timer
5:00
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 1 t/m 3 van 2.1 Fictie)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug in je boekopdracht 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoofdpersonen
Bijpersonen
Je komt te weten:
- wat hij/zij denkt en voelt;
- wat zijn/haar karaktereigenschappen zijn;
- hoe hij/zij eruit ziet;
- waar, hoe en met wie hij/zij woont

Je leert een hoofdpersoon goed kennen en kan je goed inleven
Je komt minder te weten, meestal geen gedachten en gevoelens
Sympathiek of antipathiek? 
Sympathiek of antipathiek? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Lees heel opdracht 7 door
Maak opdracht 7 van 2.1 Fictie in een Word-bestand. Minimaal 100 woorden, maximaal 1 A4. 
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Kom langs m'n bureau als je een vraag hebt.
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze leerstof komt terug in je volgende boek-opdracht 
Klaar
Print de opdracht uit en lever hem morgen in. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Profiel
  • Je doet alsof je een social-media-profiel maakt van de hoofdpersoon van jouw boek

     
  • Je vult een Word-bestand in 
  • Je levert het bestand uitgeprint in 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Document profiel

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld van een profiel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Wat
Open het Word-bestand 
Som > Nederlands > Jaarbijlagen > Bijlagen > Fictie-opdrachten > 'Fictie-opdracht 2: profiel - Word-bestand'
Sla het bestand op onder deze naam:
'Profielopdracht - jouw eigen naam - titel van jouw boek'

Lees de hele opdracht door en stel vragen als je iets niet begrijpt. 

Vul alvast dingen in die je kunt invullen. 
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 20 minuten
Uitkomst
Dit profiel lever je in op vrijag 16 februari 
Klaar
Stillezen 
Of werken aan opdracht 7 van 2.1 Fictie
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten? 

Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?


Tips: 
Schrijf woorden die bij jouw droom passen op. Hoe ziet het eruit? Welke kleuren heeft het? Hoe voelt het? Ruikt het ergens naar? Maakt het geluid? Wat doe je, in jouw droom? Kun je voor deze woorden ook andere woorden die – ongeveer – hetzelfde betekenen (synoniemen) verzinnen? Een gedicht wordt speciaal van bijzondere woorden. Zo is ‘nat’ niet zo’n bijzonder woord, maar ‘bedruppeld’ wél.

2. Misschien beginnen een aantal woorden met dezelfde letter of dezelfde klank, ‘schichtig schuifelende schoenen’, bijvoorbeeld. Dat klinkt leuk, toch? Deze versiering voor je gedicht heet een alliteratie. Met zulke trucs zorg je dat je gedicht mooi klinkt.

3. Misschien heb je naast een droom voor jezelf ook wel een wens, voor iemand anders. In allerlei landen over de wereld bestaan wensbomen. Een wensboom is een boom waarin lapjes, linten, spijkers en munten gehangen worden na het doen van een wens. In Azië vind je in tempels soms spiralen met een briefje erin. Op het briefje staat een gelukswens voor iemand anders. De spiraal brandt langzaam op.
Heb jij een wens voor iemand? Als jij zo’n briefje in een boom of in een spiraal in een tempel zou mogen ophangen, wat zou je er dan op schrijven?

4. Sommige dromen worden waarheid, andere blijven altijd dromen. Soms is dat helemaal niet erg! Als je je droom wilt verwezenlijken, hoe zou je dat dan doen?

Leesplanning maken
  • Hoeveel tijd heb je nodig om de profiel-opdracht te maken?
 
  • Hoeveel bladzijden moet je per week lezen om het boek uit te krijgen?

  • Schrijf op wat je per week moet doen 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leesplanning maken
  • Hoeveel tijd heb je nodig om de profiel-opdracht te maken?
 
  • Hoeveel bladzijden moet je per week lezen om het boek uit te krijgen?

  • Schrijf op wat je per week moet doen 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting van de les
Jij
  • weet wat hoofd- en bijpersonen zijn;
  • kan het uiterlijk en innerlijk van hoofdpersonen beschrijven;
  • kan uitleggen of personages sympathiek beschreven worden.


Huiswerk
Maak opdracht 7 van 2.1 Fictie 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions