Hoofdstuk 6 De tijd van televisie en computer

Herhaling en oefenen
Hoofdstuk 6 De tijd van televisie en computer
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling en oefenen
Hoofdstuk 6 De tijd van televisie en computer

Slide 1 - Slide

Wat hebben we dit hoofdstuk gedaan?
6.1 Conflicten in de wereld
6.2 Een wereld vol verschillen
6.3 Cultuur en samenleving
6.4 Veelkleurig Nederland
6.5 De wereld van het Oranjehuis

Slide 2 - Slide

Woordweb
Zometeen gaan we met zijn allen een woordweb vullen met gebeurtenissen uit dit hoofdstuk. Jullie zijn druk met het hoofdstuk bezig geweest via uitleg, werkboekopdrachten en de PO opdrachten.

Slide 3 - Slide

Tijd van televisie en computer

Slide 4 - Mind map

Even oefenen..

Slide 5 - Slide

Welke zin over de Nederlandse rechtspraak is juist?
A
Conflicten worden in Nederland buiten de rechtbank om opgelost.
B
Een Nederlandse rechtbank bestaat altijd uit één rechter.
C
Rechtbanken verzamelen bewijzen tegen een verdachte
D
Nederlandse rechters straffen plegers van misdrijven.

Slide 6 - Quiz

1 In het jaar ..... werd een organisatie opgericht waarin staten wereldwijd gingen samenwerken. 
2 Deze organisatie werd de ...... genoemd.
3 Staten wilden samen de .... bevorderen om zo een herhaling van de Tweede Wereldoorlog te voorkomen.
4 De verschillende ..... van deze organisatie wilden ook het leven van mensen verbeteren.
1945
Vrede
Lidstaten
Verenigde Naties

Slide 7 - Drag question

Welke zin over de millenniumdoelen is juist?
A
Dankzij de millenniumdoelen leven sinds 1990 leven minder mensen in extreme armoede
B
De millenniumdoelen waren een idee van de Europese Unie.
C
In het jaar 2000 moesten alle doelen bereikt zijn.
D
Met de doelen moesten 8 grote problemen in het westen worden aangepakt

Slide 8 - Quiz

1 Na het jaar .... groeide de wereldbevolking snel. 
2 In 1950 leefden er .... miljard mensen op aarde 

en in 2011 waren het er .... miljard. 
3 Sinds het jaar .... woont meer dan de helft van de mensen in steden. 
4 Deze groei was het grootst in ontwikkelingslanden, die tijdens de Koude Oorlog samen de .... wereld werden genoemd. 
2,5
derde
1945
7
2008

Slide 9 - Drag question

Welke zin over normen en waarden is juist?
A
Dat wat mensen belangrijk vinden, noemen we een norm.
B
Een waarde is een ander woord voor een gedragsregel.
C
Je ouders gehoorzamen was na de oorlog een waarde.
D
Na de oorlog was hard werken en zuinig leven de norm.

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste antwoord
A
Autochtonen zijn afkomstig uit een ander land dan dat waarin ze wonen.
B
De integratie van bevolkingsgroepen leidt tot een verdeelde samenleving.
C
Een deel van de nieuwkomers in Nederland ondervindt aanpassingsproblemen.
D
Door te assimileren proberen allochtonen hun eigen gebruiken te behouden.

Slide 11 - Quiz

Wie draagt vandaag de titel prinses van Oranje?
A
Beatrix
B
Amalia
C
Maxima
D
Juliana

Slide 12 - Quiz

Waarin waren de koninginnen bij het volk zo populair? Sleep de juiste koningin naar de bijbehorende reden.
Tijdens de oorlog riep ze via Radio Oranje op tot verzet.
Ze was een gewone, hartelijke vrouw en bezocht als eerste staatshoofd Suriname en de Nederlandse Antillen
Ze werd vanwege haar kundigheid gerespecteerd en hield zich vast aan tradities.
Juliana
Wilhelmina
Beatrix

Slide 13 - Drag question

Wat gebeurd er op prinsjesdag?
A
De verjaardag van de prins wordt gevierd
B
De troonrede wordt voorgelezen
C
Er zijn die dag nieuwe verkiezingen
D
Prins Carnaval wordt op die dag gekozen

Slide 14 - Quiz

Huiswerk volgende les:
Het huiswerk voor de volgende les (dinsdag 9 juni voor 16.00 uur) is het maken van de PO opdracht bij 6.5

Slide 15 - Slide