Waarnemingen (wat zie je bij de proef en resultaten)
Conclusie (antwoord op de hypothese)
Onderzoek evalueren
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Biologisch onderzoek
Slide 5 - Slide
Onderzoek
In de biologie testen wij onderzoeksvragen door onderzoek te doen.
Je onderzoek moet je altijd opschrijven zodat iemand anders het over kan doen.
Slide 6 - Slide
Wat ga ik onderzoeken?
Een vraag? Bijvoorbeeld: Waarom zijn bananen krom?
Probleemstelling!
Slide 7 - Slide
Onderzoeksvraag
Dit is de vraag die je gaat onderzoeken.
Let op: een onderzoeksvraag is dus altijd een vraag!
Maar meer toegespitst, zodat je er onderzoek naar kan doen:Groeit een banaan in een andere richting als het licht van onderen komt of van de zijkant? of Welke invloed heeft licht op de groei van planten?
Slide 8 - Slide
Hypothese (de verwachting)
Dit is wat jij denkt dat het antwoord is op de onderzoeksvraag( voorlopige stelling )
Het mag geen gok zijn, hierbij gebruik je de kennis die je hebt geleerd bij biologie:
Bij de biologie heb ik geleerd dat planten naar het licht groeien,dus de bananen groeien ook richting de zon.
Slide 9 - Slide
Werkplan (methode)
hierin schrijf je precies op wat je gaat doen en wat je nodig hebt.
Iemand anders kan hetzelfde onderzoek weer uitvoeren met de hulp van jouw werkplan.
Slide 10 - Slide
Werkplan opzetten
-schrijf stap voor stap op wat je gaat doen
-proeven doen met grote hoeveelheden
-onderzoek één dingen tegelijk (DE FACTOR)
-gebruik een proefgroep en een controlegroep
Slide 11 - Slide
Een werkplan opzetten
Slide 12 - Slide
Benodigdheden
Schrijf op welke materialen je hebt gebruikt voor je onderzoek.
Alle materialen moet genoteerd worden en ook de hoeveelheden van toegevoegde en gebruikte stoffen.
Slide 13 - Slide
Onderzoek doen
Als je onderzoek doet maak je altijd twee groepen:
- proefgroep (testgroep)
-Controle groep
Slide 14 - Slide
Waarnemingen
Wat gebeurt er bij mijn controlegroep en wat gebeurt er bij mijn testgroep/proefgroep?
Slide 15 - Slide
Resultaten
Alles wat je waarneemt en uitrekent noteer je in deze paragraaf.
Als het kan doe je dit in een tabel en een grafiek.
Slide 16 - Slide
Conclusie
Hier geef je antwoord op je onderzoeksvraag met behulp van je resultaten.
Een samenvatting/handleiding is te vinden in slide hieronder!
Slide 17 - Slide
Opdracht
lees de opdracht door en
bedenk al een onderzoeksvraag
Slide 18 - Slide
Opdracht
In de afbeelding zie je de resultaten van een onderzoek dat is gedaan naar het verband tussen het zoutgehalte van zeewater en de populatiegrootte van zeegras in een klein stukje zee. Zeegras groeit in ondiep water langs de kust. Veel dieren zoals watervogels voeden zich met zeegras. Ook wordt het zeegras gebruikt als schuilplaats voor bijvoorbeeld jonge vissen.
Wat kan de probleemstelling van dit onderzoek zijn geweest?
Slide 19 - Slide
Verband tussen het zoutgehalte van het zeewater en de populatiegrootte van zeegras.
Slide 20 - Slide
antwoord
Voorbeeld van een juiste probleemstelling :
Welke invloed heeft het zoutgehalte op de populatiegrootte van zeegras?
Slide 21 - Slide
Biologische onderzoek
Onderzoek is voor een cijfer, telt 1 mee. - Dit wordt gedaan in tweetallen.
Doel van het onderzoek: Welke plek op school is het minst hygiënisch.
Je gaat in tweetallen alle stappen volgen die bij basisstof 7 staan. Dit wordt gedaan tot en met de werkwijze. Volgende week vrijdag gaan we kweekjes inzetten.