Bij het aankomen en meren aan een kade met wind van voren zijn twee manieren afgebeeld. Op manier 1 op de achtertros, vooruitvarend met het roerblad recht in het midden. Het heeft een rechtse schroef. Op manier 2 op de achterspring, achteruitvarend. Het heeft een rechtse schroef.
Beoordeel of elk van de twee manieren goed uitvoerbaar is.
A
Ja, beide manieren zijn goed uitvoerbaar
B
Nee, beide manieren zijn niet goed uitvoerbaar
C
Manier 1 is goed uitvoerbaar, manier 2 is niet uitvoerbaar
D
Manier 2 is goed uitvoerbaar, manier 1 is niet uitvoerbaar