complexiteit van zorg

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ
1 / 14
next
Slide 1: Poll
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ

Slide 1 - Poll

This item has no instructions

Aan het eind van de les kun je vertellen:
  • Hoe complexiteit van zorg wordt bepaald
  • Welke drie niveaus van complexiteit er zijn en
     wat deze betekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van
'complexiteit van zorg'

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Complexiteit van zorg 
laag - midden en hoog complexe zorg 

Wordt bepaald op :
1 Zorginhoud 
2 Context waarin de zorg plaatsvind 
3 Redeneervaardigheden



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk dat je weet
of het een laag- midden of
hoog-complexe situatie is?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat maakt een zorgsituatie complex (ingewikkeld) denk je?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

  • stabiliteit van zorg
  • kans op risicovolle situaties
  • comorbiditeit
  • multidisciplinaire samenwerking
  • verpleegtechnische interventies
  • ziekte inzicht
  • gemotiveerdheid 
  • intensieve zorg 
  • beschikbare mantelzorg
  • begeleiding van mantelzorg 
  • communicatie mogelijkheden 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een boze patiƫnt met gevaarlijke familie maakt de situatie...
A
laagcomplex
B
middencomplex
C
hoogcomplex

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Piet is 5 jaar en kan jou niet goed vertellen over zijn klachten, zijn situatie is daardoor...
A
laagcomplex
B
middencomplex
C
hoogcomplex

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Je moet een maagsonde in gaan brengen, deze situatie is..
A
laagcomplex
B
middencomplex
C
hoogcomplex

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Tekort aan materialen maakt een situatie...
A
laagcomplex
B
middencomplex
C
hoogcomplex

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wie er aan het bed staat heeft invloed op complexiteit van zorg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat heb jij onthouden?
Een situatie wordt complex wanneer....

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Aan de slag
Zoek voor je zelf wat de verschillen zijn tussen laag-midden en hoog complex zorg.
Denk daarbij aan de morbiditiet. 

Slide 14 - Slide

Word document is in Teams toegevoegd onder documenten -> onderwijs -> onderwijsbenodigdheden