R: Ik weet wat spiegelen in een lijn of een punt is. Ook weet ik wat puntsymmetrie is
T1: Ik kan een figuur spiegelen in een horizontale of verticale lijn of in een punt. Ook kan ik puntsymmetrische figuren herkennen
T2: Ik kan een figuur spiegelen in een scheve lijn of zonder
rooster. Ik kan beredeneren of een figuur puntsymmetrisch is
I: Ik kan onvolledige puntsymmetrische figuren aftekenen