Kosten en winst

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Linda verwacht 36 uur per week in haar salon te kunnen werken. Ze wil 30 dagen (8 uur per dag) reserveren voor vakantie en feestdagen. Van de uren die ze werkt verwacht ze 80% bezig te zijn met behandelingen.​Het uurtarief van Linda bedraagt €30. Ze heeft berekend dat de gemiddelde klant bij haar voor €5 producten koopt. ​Bereken voor Linda de verwachte omzet per jaar.

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Hoe bereken je de winst ook alweer?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Karin heeft ingeschat dat zij per jaar 600 klanten heeft die gemiddeld voor €40 aan producten bij haar kopen. Ze wil 40% winst maken.
Hoeveel bedragen de inkoopkosten?

Slide 8 - Open question

Antwoord:
Omzet uit producten: €40 x 600 = €24.000
Winst = 40%
Inkoopkosten: €24.000:140%x100%= €17.142

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bereken de totale afschrijvingskosten:
Behandelstoel: aangeschaft voor €3.900. Levensduur 10 jaar.
Voorraadkast: aangeschaft voor €1.500. Levensduur 15 jaar.
3 borstelapparaten: aangeschaft voor €400 per stuk. Levensduur 5 jaar.
4 ultrasoonsl: aangeschaft voor €250. Levensduur 5 jaar.
Kassa: aangeschaft voor €1.000. Levensduur 10 jaar.
Leestafel: aangeschaft voor €1.200. Levensduur 10 jaar.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Stel het bruto maandloon is €1.500. Hoeveel bedraagt het bruto jaarloon?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Janny berekent dat zij in 2023 €100.000 omzet heeft. Haar kosten bedragen voor 2023 €40.00. Hoeveel bedraagt haar winst exclusief BTW?

Slide 21 - Open question

Eerst nog even de omzet berekenen....

Slide 22 - Slide