Zakelijke e-mail - les 1

H1 Schrijven: de zakelijke e-mail
Schrijven H5
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Schrijven: de zakelijke e-mail
Schrijven H5

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Uitleg zakelijke e-mail

2. Startopdracht en opdracht 1 uit het boek om de e-mail te oefenen




Slide 2 - Slide

De lesdoelen van deze week:
  • Ik weet wat een zakelijke e-mail is.
  • Ik weet welke regels er horen bij een zakelijke e-mail. (de vorm van de e-mail).
  • Ik weet uit welke onderdelen een zakelijke mail bestaat.

Slide 3 - Slide

Zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail stuur je naar bedrijven, organisatie of personen die je niet kent.
Je gebruikt formele taal. 

Slide 4 - Slide

Begrippen zakelijke mail
1. Aanhef [witregel]
2. Formele taal: niet beginnen met 'ik' en gebruik 'u'
3. Alinea's: inleiding, middenstuk, slot
4. Aanleiding/ Inleiding: wie ben jij en waarom mail jij?
5. Kern/middenstuk: informatie geven en/of vragen
6. Slot: Wat verwacht je van de ander?
7. Formele groet [witrege] Naam [zonder punt!]

Slide 5 - Slide

Een zakelijke e-mail 
Onderwerp: kort en duidelijk
Aanhef = groet--> formeel
Beleefde taal: niet 'jij'/'jullie' 
en 'jouw', maar 'u'/'u' en 'uw'
Witregels gebruiken 
tussen alle onderdelen
Afzender= naam zender e-mail + 
evt. telefoonnummer en/of adres

Slide 6 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 op blz. 123
Ken je een begrip niet of weet je niet waar iets hoort te staan?  Zoek de betekenis of de uitleg op blz. 122 bij de theorie.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Controle lesdoelen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Aan de slag
Schrijf een e-mail volgens opdracht 2 op blz. 123
Gebruik wat je geleerd hebt over de vorm en inhoud van een zakelijke e-mail.
Let op: de e-mail van opdracht 1 is het antwoord op de mail die jij nu schrijft.
Schrijf het op een gelinieerd A4'tje.
Huiswerk: opdracht 2 afronden

Slide 10 - Slide

De zakelijke e-mail
Hoe zat het ook alweer?
Kijk de uitlegfilm en beantwoord daarna vragen over de uitleg

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Uit hoeveel alinea's bestaat een zakelijke -email minimaal volgens het filmpje?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Welke van de onderstaande zinnen hoort niet in een zakelijke brief?

A
Met vriendelijke groet,
B
Graag wil ik informeren of ik me nog kan inschrijven.
C
Ik hoop gauw een reactie te ontvangen.
D
Ik ben blij dat je wat vrolijker bent nu.

Slide 14 - Quiz

Welke is een goede passende zin voor de inleiding van een zakelijke e-mail?
A
Beste mevrouw Jorisma,
B
Verzoek om uitstel
C
Wij willen deze gelegenheid benutten door op die dag ....
D
Graag zou ik hier meer informatie over willen ontvangen.

Slide 15 - Quiz

In de kern van een zakelijke brief zet je...
A
Het onderwerp, heel kort
B
waarom je de e mail schrijft
C
wat je wil weten of informatie die je wil geven.
D
jouw naam en adres

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de inhoud van een zakelijke e-mail?

1. Wat je van de ander verwacht.
2. Je noemt en begroet de persoon naar wie je mailt.
3. Duidelijke vraag stellen.
4. Waarom je de e-mail schrijft.

A
2,4,3,1
B
1,2,3,4
C
4,1,2,3
D
3,4,2,1

Slide 17 - Quiz

Een passende slotzin voor mijn zakelijke e-mail is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Reageer snel!
B
Ik hoor graag hoe wij dit probleem oplossen.
C
Hopelijk krijg ik van u een nieuwe sleutel.
D
U moet niet te lang wachten om te reageren.

Slide 18 - Quiz

Zet de opbouw van een zakelijke e-mail in de goede volgorde:
A
kern -onderwerp - aanhef - inleiding -slot -afsluiting
B
inleiding - aanhef - kern - afsluiting - slot
C
onderwerp - aanhef - inleiding - kern - slot - afsluiting
D
aanhef - inleiding -kern - onderwerp - slot - afsluiting

Slide 19 - Quiz

Met welk(e) woord(en) begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Hoi
B
Beste van Kallen,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Groeten,

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
  1. Schrijf een zakelijke e-mail op basis van de oefenopdracht.
  2. Lees de oefenopdracht goed
  3. Tip: houd je boek op blz.... ernaast, zodat je kan kijken wat waar moet komen.
  4. E-mail af en voldoende gemaakt en feedback aan ander gegeven = alvast 1 punt echte cijfer.

Slide 21 - Slide