PSA 4.5 Psychosen

Psychiatrie 
Nog van vorige week, vraag 6:
'Als iemand suïcide gedachten heeft, dan moet je hem/haar uitnodigen om hier over te praten'. 


Vandaag: Hoofdstuk 5 - Psychosen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
PsychologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Psychiatrie 
Nog van vorige week, vraag 6:
'Als iemand suïcide gedachten heeft, dan moet je hem/haar uitnodigen om hier over te praten'. 


Vandaag: Hoofdstuk 5 - Psychosen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblikken

  • Lesdoelen

  • Theorie 

  • Aan de slag met opdrachten

Slide 2 - Slide

Welke verschijnselen ken je nog van een depressie?

Slide 3 - Mind map

Welke therapievorm hoort niet in het rijtje thuis?
A
Running therapie
B
Lichttherapie
C
Geiten yoga
D
Bibliotherapie

Slide 4 - Quiz

Waar denk jij aan bij iemand met een psychose?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Definitie psychose
  • Iemand is het normale contact met de realiteit kwijt
  • Ernstige verstoring van informatieverwerking
  • Samenhang tussen gedachten, gevoelens en verlangens gaat verloren
  • Binnen en buitenwereld lopen in elkaar over, men verkiest de grip

  • Dit heeft ingrijpende gevolgen voor persoon en omgeving


Op de volgende dia wordt dit uitgelegd in een filmpje






Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Verschijnselen
  • Hallucinaties

    Zintuigelijke prikkels waarnemen die er niet zijn 

  • Wanen

    Ideeën en overtuigingen die niet in overeenstemming zijn met die van anderen die op dat betrokken zijn 

  • Verwardheid

    Desorganisatie van het denken, denken gaat te langzaam, te snel of chaotisch. Moeite met begrijpen en concentratie


Slide 9 - Slide

Welke verschijnselen denk je nog meer?

Slide 10 - Mind map

Andere verschijnselen
  • Onverklaarbare verandering in sociaal functioneren met bijvoorbeeld terugtrekking uit sociale leven


Veranderingen in persoonlijkheid, die nog niet als psychotisch kunnen worden aangemerkt, zoals:
  • achterdocht
  • vreemde ideeën
  • snel geïrriteerd zijn
  • twijfels over geloof en zingeving
  • het gevoel dat er “iets” staat te gebeuren

Slide 11 - Slide

Behandeling psychosen
  • Antipsychotica onderdrukken wanen en hallucinaties
  • Voldoende rust nemen en stress vermijden
  • Psycho-educatie
  • Cognitieve gedragstherapie (coping aanleren)
  • Systeem betrekken bij behandeling
  • (Kortdurende)opname in psychiatrisch ziekenhuis
  • Praktische ondersteuning in dagelijks leven

Slide 12 - Slide

Hoe ontstaan psychosen denk je?

Slide 13 - Open question

Ontstaan psychosen
  • Vaak in de adolescentie of vroeg volwassenheid
In samenhang met psychiatrisch ziektebeeld


  • Langdurige/ernstige stress
  • Traumatische gebeurtenissen
  • Infecties in de baarmoeder, trauma’s rond geboorte
  • Middelen gebruik
  • Psychose = erfelijke genetische factoren én persoonlijke omstandigheden



Slide 14 - Slide

Verschillende vormen
  • Bij schizofrenie
  • Bij bipolaire stoornis
  • Door drugsgebruik
  • Kortdurende, reactieve psychotische stoornissen (bijv. na een bevalling)
  • Door somatische aandoening (bijv. MS of hersentumor)
  • Folie à Deux (gedeelde psychotische stoornis)

Slide 15 - Slide

Wist je dat...
  • Ieder jaar krijgt een à twee op de tienduizend Nederlanders voor het eerst een psychose.

  • De eerste psychose treedt meestal op tussen het 16de en 25de levensjaar.

  • Mannen krijgen vaker (en op jongere leeftijd) last van een psychose dan vrouwen.

  • Als iemand een psychose heeft doorgemaakt, is de kans om nog eens een psychose te krijgen erg groot. Zonder een goede behandeling is die 85 procent



Slide 16 - Slide

Beloop in fasen
  • Voorlopers van een psychose – worden vaak niet goed herkend
  • Acute fase – psychose in volle omvang
  • Herstel of stabilisatiefase – spontaan of met medicijnen, psychose kan zonder behandeling snel terugkomen
  • Stabiele of onderhoudsfase – al dan niet met restverschijnselen (preventie is belangrijk)


Bijkomende verschijnselen:
Negatieve symptomen: ontbreken van gedrag dat normaal wel aanwezig is. Zoals: weinig initiatief, weinig energie, terugtrekken, weinig spreken, weinig gebaren.


Depressie: sombere stemming, laag zelfbeeld, wanhoop en risico op suïcidepoging.
Cognitieve stoornissen: verslechtering in verwerking van informatie door de hersenen. Moeite met concentratie, moeite met verwerking van prikkels.
Angst en achterdocht.





Slide 17 - Slide

Waar of niet waar?
Hallucinaties en wanen komen alleen bij gekke mensen voor

A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Waar of niet waar?
Als je lijdt aan psychose krijg je abnormale kinderen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?
Mensen met een psychose zijn gevaarlijk.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar?
Iedereen kan psychotisch worden

A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Alle feiten op een rij:

Het is een mythe dat wanen en hallucinaties nooit voorkomen bij ‘gezonde' mensen. Dat is niet zo. Ook veel psychisch gezonde mensen horen wel eens stemmen of zijn soms achterdochtig. Neiging tot ‘gekte' is dus menselijk. Het bekend maken hiervan kan bijdragen aan de vermindering van de sociale uitsluiting.

De gevoeligheid voor het ontwikkelen van psychose is gedeeltelijk erfelijk bepaald. Wie lijdt aan psychose en kinderen krijgt loopt het risico dat zijn of haar kinderen die gevoeligheid overerven, maar krijgt zeker geen abnormaal nageslacht.




Dat mensen met psychose gevaarlijke gekken zouden zijn is een mythe die in films en media blijkbaar graag wordt opgehouden. (Het wordt daar dikwijls omgedraaid: iemand gedraagt zich agressief of gewelddadig en dat noemt men dan 'psychotisch'.) 

Statistisch gezien heeft ieder van ons één procent kans om ooit in zijn leven een psychose door te maken, maar sommige mensen lopen wel méér risico dan andere. Dat heeft te maken met een hele reeks biologische oorzaken die vooral erfelijk zijn bepaald. 

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van hoofdstuk 5 en upload ze uiterlijk zondag in teams!  
1. begrippenlijst/samenvatting
2. ziektebesef
3. waan
4. hallucinatie
5. behandelingen
6. hoog en laag EE

Slide 23 - Slide