A6sptl4 Periode 1, Les 6 SCHRIJVA - GSE (07-10-2024)

Bienvenidos
De lespresentaties komen op lessonup.app.
Meld je aan via de link in magister of via de klascode KAASM. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 38
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos
De lespresentaties komen op lessonup.app.
Meld je aan via de link in magister of via de klascode KAASM. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Slide

Metas (doelen), materiales
  • Je leert informele en formele brieven schrijven over onder meer studie, werk, reizen/toerisme (brieven met een verzoek om hulp of informatie, klachtenbrieven, sollicitatiebrieven). 
  • Je leert je mening en gevoelens schriftelijk te verwoorden in een informeel en formeel taalregister en gebruikt signaalwoorden.
  • Je leert hiervoor ook de benodigde woordenschat, grammatica en lenguateca.
  • Je werkt aan je leesvaardigheid door een boekje te lezen, met het oog op uitbreiding van de woordenschat en om meer vertrouwd te raken met de Spaanse zinsbouw.
  • Je verbetert je luistervaardigheid.
Libros, materiales:
  • Paso adelante libro de referencia, libros de alumno 3 y 4, materiales en línea

Slide 2 - Slide

Spaans in klas 6
Per periode worden een of meer examenonderdelen afgerond.
In periode 1 zijn dat: schrijfvaardigheid en luistervaardigheid.

Het zwaarstwegende examenonderdeel is Leesvaardigheid.

Studiewijzer periode 1 staat op Teams, tegel A6sptl4
  • doornemen Studiewijzer
  • 2 lessen per week: wekelijks 1 les schrijfvaardigheid ('redacción') + 1 les lees/luistervaardigheid
  • KWG / ACA info volgt




Slide 3 - Slide

INFO Toetsen, opdrachten
Toetsen
  • Formatieve Tussentoets (vocab/gram/signaalwoorden), 07-10-2024
  • Luistertoets tijdens de les, 25%, niet herkansbaar , 14-10-2024
  • Schrijftoets in toetsweek, 15%, herkansbaar, 90 minuten

Opdrachten (formatief)
  • Glosario: per tekst noteer je enkele nieuwe woorden met vertaling, minimaal 25 woorden EN je maakt wekelijks 3 voorbeeldzinnen + nauwkeurige vertaling.
  • Luisterdossier grotendeels tijdens de les, digitaal op teams bij opdrachten
  • Boekje lezen in duo's + vragen beantwoorden + woorden omcirkelen en vertalen in de kantlijn



Slide 4 - Slide

El programa de hoy
  1. INFO, DEBERES
  2. TUSSENTOETS formatief (30m)
  3. NABESPREKEN in groepjes + reflectie (25m)
  4. CARTA DE SOLICITUD, Cap. 7, ejercicio 16-17 (libro 4), terminar en casa
  5. REFLEXIÓN, deberes







Slide 5 - Slide

Los deberes fueron: Preparar el examen formativo
1. Gramática:  
  • condicional: Hoofdstuk 6, gram. B (werkwoorden met een onregelmatige vorm in de condicional, hebben dit ook in de futuro) 
  • futuro: voor het gebruik van de futuro en condicional leer je libro de referencia p. 20-21 nr. 13 (het voorbeeld met de ‘imperfecto de subjuntivo’ hoef je niet te leren) + voor de vormen van de futuro leer je p.4-5-6 ‘futuro y condicional’. 
  • Ser estar hay: leer grammaticaboekje onderbouw 2017-2018 (pdf-bestand op Teams), nrs. 29-30-31   
2. Vocabulario hoofdstuk 6 BCD, p.90-91 van links naar rechts. 
3. Lenguateca Hoofdstuk 6 C (N-S) 
4. Signaalwoorden paragraaf 3.4.2, Spaans - Nederlands, VOC belangrijke (signaal-) woorden en algemene woorden (linkje zie boven)

Hacer:  
  • afmaken opdrachten vorige schrijfles : H4 oef 41 + 42 (zie teams) + H7 oef 13 t/m 15  -> pide feedback en ACA
  • Glosario aanvullen 

Slide 6 - Slide

Resumen + ejemplos
  • Presente (llamo = ik bel)
  • Futuro: ik zal.... (llamaré = ik zal bellen)
  • Condicional: ik zou ... (llamaría = ik zou bellen)
  • Perfecto: ik heb/ben + volt dw. (he llamado = ik heb gebeld)
  • Pluscuamperfecto: ik had/was + volt dw. (había llamado = ik had gebeld)
  • Subjuntivo: bij wil, wens etc..., meestal in bijzin met 'que' (quieren que llame = ze willen dat ik bel)
  • Indefinido: verleden tijd bij (opsomming van) gebeurtenissen (llamé = ik belde)
  • Imperfecto: verleden tijd als gewoonte, achtergrondbeschrijving (llamaba = ik belde)

Slide 7 - Slide

Tussentoets
Je maakt de toets individueel.

Na afloop bespreken we de toets in 3 stappen:
discussie in groepjes -> verbeteren a.d.h.v. je boeken -> verbeteren a.d.h.v. antwoordblad.

Tot slot reflecteer je op je werk.

Slide 8 - Slide

Tussentoets Nabespreking (Paso 1)
  1. Trabajad en grupos de 3-4 personas. 
  2. Ahora vais a discutir el examen y mejorar tu examen con lápiz (potlood).
  3. Todos los miembros del grupo tienen que ser capaz de explicar las respuestas.
timer
1:30

Slide 9 - Slide

Tussentoets Nabespreking (Paso 2)

Zijn jullie het oneens over bepaalde vragen?
  1. Buscad las respuestas correctas en tus libros.
  2. Perfeccionar tu examen con lápiz (potlood).
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Tussentoets Nabespreking (Paso 3)
  1. Corrige el examen con la hoja de respuestas.
  2. Cuenta y apunta tus puntos principales (tel en noteer je oorspronkelijke punten).
  3. Escribe una reflexión en 'Teams -> opdrachten' contestando 6 preguntas:
  • Hoeveel punten heb je oorspronkelijk behaald?
  • Welke onderdelen gingen goed, en hoe kwam dat?
  • Welke onderdelen gingen minder goed, en hoe kwam dat?
  • Wat heb je van de nabespreking geleerd qua woordenschat, grammatica, lenguateca, signaalwoorden? 
  • Wat heb je vandaag geleerd over jouw manier van werken? 
  • Hoe ga je verder met de toetsonderdelen die minder goed gingen?
timer
12:00

Slide 11 - Slide

Cartas formales 
‘carta de motivación’

Situación: Quieres obtener un empleo de verano (vakantiebaan) en el museo más famoso de España, El Museo del Prado.
Escribes una carta de motivación.

1. ESTUDIAR: H6 Lenguateca B + H7 Lenguateca C ‘de sollicitatiebrief’ 

2. LEER + ESCRIBIR: Capítulo 7, ejercicio 16-17 

-> Feedback en ACA (dinsdag)

Slide 12 - Slide

Reflexión

Slide 13 - Slide

1. Wat onthoud jij voor jezelf van deze les?
2. In hoeverre vond je deze manier van toets-nabespreking nuttig? Leg uit.

Slide 14 - Open question

Los deberes para la próxima clase de redacción
Estudiar: 
  • leer minimaal 15 signaalwoorden uit je hoofd N-S, uit verschillende categorieen 
  • grammatica en lenguateca: bestudeer datgene waar je nog moeite mee hebt (op basis van de feedback die je op je schrijfopdrachten hebt gekregen) 
  • briefconventies libro de referencia p. 55-60, met name nr. 21 sollicitatiebrief en cv 

Hacer:  
  • Afmaken opdrachten vorige schrijfles, H7 t/m oef 17  (libro 4 p.20)
  • Glosario aanvullen 

Deberes Lectura: 
  • Afmaken: Leesboekje Capítulo 13-15 incl. alle opdrachten achterin het boekje + per pagina 1 woord opzoeken en vertaling noteren in de kantlijn 
  • Leer de onderstreepte woorden van H 1-15 uit je hoofd

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
anoche
B
este año
C
el año pasado
D
hace un año

Slide 17 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
hoy
D
las vacaciones pasadas

Slide 18 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
de repente
B
un día
C
en verano
D
ya

Slide 19 - Quiz

Wat is geen signaalwoord van de indefinido?
A
anoche
B
nunca
C
todavía no
D
siempre

Slide 20 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de indefinido?
A
ayer
B
esta noche
C
ya
D
todavía no

Slide 21 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de pretérito indefinido?
A
esta tarde
B
este siglo
C
el año pasado
D
hoy

Slide 22 - Quiz

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito indefinido?
A
hace tres años
B
el jueves pasado
C
en verano
D
estas vacaciones

Slide 23 - Quiz

Het signaalwoord "antes" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 24 - Quiz

Welke uitdrukkingen en grammatica heb je geleerd voor het schrijven van Spaanse formele brieven?

Slide 25 - Open question

Repaso: El subjuntivo (H6 gram. C, p.72)
'Espero que tengas un buen viaje.'

Gebruik van de subjuntivo:
  1. Een wil of een advies. (Quiero que..., Te aconsejo que...)
  2. Een wens of voorkeur. (Espero que..., Prefiero que...)
  3. Een onpersoonlijke uitdrukking van mening (Es importante que...)
  4. Twijfel of onzekerheid. (Dudo que...., No creo que ...)
  5. Emotie (Me alegro que...., Temo que ..... )   
In deze situaties + na sommige signaalwoorden komt er na 'que'  een subjuntivo.  

Slide 26 - Slide

El subjuntivo (2)
Vorm van de subjuntivo:
  1. Neem de ik-vorm van de presente.
  2. Knip de uitgang -o eraf.
  3. Voeg de uitgangen toe.

Pregunta: 
Waarom staat er 'Neem de ik-vorm....' en niet  'Neem de stam van het werkwoord'?

EXPLICACIÓN: capítulo 5, gram. D (libro 3, p.36)

Slide 27 - Slide

Resumen + ejemplos
  • Presente (llamo = ik bel)
  • Futuro: ik zal.... (llamaré = ik zal bellen)
  • Condicional: ik zou ... (llamaría = ik zou bellen)
  • Perfecto: ik heb/ben + volt dw. (he llamado = ik heb gebeld)
  • Pluscuamperfecto: ik had/was + volt dw. (había llamado = ik had gebeld) -> toelichting in libro de ref. p.18
  • Subjuntivo: bij wil, wens etc..., meestal in bijzin na 'que' (quieren que llame = ze willen dat ik bel)
  • Indefinido: verleden tijd bij (opsomming van) gebeurtenissen (llamé = ik belde)
  • Imperfecto: verleden tijd als gewoonte, achtergrondbeschrijving (llamaba = ik belde)

Slide 28 - Slide

¿Qué frase contiene un verbo en 'futuro'?
A
Te lo diré.
B
Quiero que vengas.
C
Me gustaría ir a España pronto.
D
Cada sábado voy de compras.

Slide 29 - Quiz

Welke vorm hoort NIET bij de condicional?
A
haría
B
querría
C
me gustaría
D
quería

Slide 30 - Quiz

Noteer 1) een formele aanhef voor een brief +
2) een uitgebreide formele afsluiting.

Slide 31 - Open question

Libro 3, Vocabulario H6 B:
van tevoren
A
fluido
B
previamente
C
arriesgado
D
apropiado

Slide 32 - Quiz

Libro 3, Vocabulario H6 B:
toewijzen
A
exponerse a
B
paciente
C
ganar
D
asignar

Slide 33 - Quiz

Kies twee woorden uit vocab B en verwerk die in één Spaanse zin. Ejemplo:
'El equipo de fútbol consiste en quince jugadores.'

Slide 34 - Open question

signaalwoorden p.1 'opsomming'
zelfs niet
A
asimismo
B
incluso
C
sin embargo
D
ni siquiera

Slide 35 - Quiz

signaalwoorden p.1 'tegenstelling'
daarentegen
A
no obstante
B
con todo
C
aunque
D
en cambio

Slide 36 - Quiz

Signaalwoordenlijst p.1 'Vraagwoorden'
Hoeveel?
A
¿Cómo?
B
¿Cuándo?
C
¿Cuál?
D
¿Cuánto?

Slide 37 - Quiz

Kies woorden uit vocab C (libro 3 p.90) en
verwerk die in Spaanse zinnen.
Gebruik de volle tijd van 2.30 minuten.

timer
2:30

Slide 38 - Open question