Unit 3 GT 3.1 t/m 3.3. Review formative test & recap will & going to

                 Welcome 


                         Take a seat and get your laptop ready!
                          Go to LessonUp and use the code
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                 Welcome 


                         Take a seat and get your laptop ready!
                          Go to LessonUp and use the code

Slide 1 - Slide



Aan het eind van deze les:
- begrijp je wat er mis gaat bij een toets en hoe je dit kunt voorkomen
- ken je het verschil tussen will & going to en kun je deze grammatica goed toepassen

 


TODAY: Unit 3

  • Feedback formative test & common mistakes
  • Spelling
  • Refresh grammar:
        will & going to
  • Versterk jezelf AllRight
 




Slide 2 - Slide

Feedback formative test
  • Vocabulary
  • Spelfouten: 0,5 punt aftrek per spelfout
  • Grammatica: - wordorder
                                  - will & going to

Slide 3 - Slide

Feedback formative test
  • Vocabulary
  • Spelfouten: 0,5 punt aftrek per spelfout
  • Grammatica: will & going to

Slide 4 - Slide

Spelling......

Slide 5 - Slide

Vertaal:
Veel
A
Menny
B
Manny
C
Many

Slide 6 - Quiz

Vertaal:
Welke
A
Wich
B
Witch
C
Which

Slide 7 - Quiz

Vertaal:
ik
A
i
B
I
C
i en I zijn allebei goed

Slide 8 - Quiz

Een zin begint altijd met een.....
A
Hoofdletter
B
kleine letter
C
Allebei goed

Slide 9 - Quiz

Vertaal:
Waar
A
Were
B
Where
C
We're

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
Jij bent
A
Your
B
Youre
C
You are
D
You're

Slide 11 - Quiz

Spelling Tips:

Woordtrainer (AllRight)
Op- en overschrijven!

Slide 12 - Slide

Wordorder

Slide 13 - Slide

Tijd staat altijd midden in de zin:
Vb. You must a few days rest.
A
True
B
False

Slide 14 - Quiz

Woorden zoals never/often/rarely/...
schrijf je op plek:
We (A) eat (B) them (C) at home (D).
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quiz

Will & Going to

Slide 16 - Slide

Will gebruiken we bij een voorspelling waarvoor GEEN bewijs is.
A
True
B
False

Slide 17 - Quiz

Going to gebruiken we bij een voorspelling waarvoor GEEN bewijs is.
A
True
B
False

Slide 18 - Quiz

Future: will or to be going to?
Will

- Bij een voorspelling waar GEEN bewijs voor is. 

- Bij een besluit/aanbod/beslissing dat op het moment van spreken wordt genomen.
 
(onzeker)
to be going to

- Bij een voorspelling waar WEL bewijs voor is. 
- Bij een afgesproken plan
- Bij een concrete aanwijzing!



(zeker)

Slide 19 - Slide

Will and to be going to
Will

Hoe?
will + hele werkwoord 
To be going to

Hoe?
am/is/are + going to +
hele werkwoord 


Slide 20 - Slide

Waar herken je ´geen bewijs´ aan? Welke woorden? Noem er minimaal 4..

Slide 21 - Open question

Waar herken je 'geen bewijs' aan?

Maybe
Possibly
Probably
Perhaps
I/we think
I/we hope....
I/we feel

Dus dan altijd: WILL of Won't (als het negatief is)

Slide 22 - Slide

Bij vragende zinnen gebruik je 'shall' bij
A
I
B
We
C
I & we

Slide 23 - Quiz

voorbeelden
Shall we meet at 8?
Shall I help you?

Slide 24 - Slide

..... you help me look for my book?

Slide 25 - Open question

... I open the door for you?

Slide 26 - Open question

Look! He ... (fall) off his bike!

Slide 27 - Open question

Marc ... (not- train) this week. He has broken
his knee.

Slide 28 - Open question

.... it rain tomorrow?
Nu de hele zin typen!

Slide 29 - Open question

I think that my team ... (to win) the match.

Slide 30 - Open question

It's 8.15! I ..... (to be) late!

Slide 31 - Open question

Zelfstandig werken
Ga naar AllRight Unit 3

Versterk jezelf
Unit 3.2 / 3.4 / 3.5
timer
8:00

Slide 32 - Slide

How to prepare for your exam?
Write down the difficult words from the vocabulary list.
Study your notes about grammar
Practise Test Yourself (Words and Grammar)  
Check your homework exercises (fill in your online book)

                                          GOOD LUCK!!!

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide