Unit 3 GT 3.2.2025 review formative test & recap will & going to, wh-words

Welcome 3GT!

Take a seat and get your laptop ready!
Go to LessonUp and use Code: 458 540
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome 3GT!

Take a seat and get your laptop ready!
Go to LessonUp and use Code: 458 540

Slide 1 - Slide



Aan het eind van deze les:
- begrijp je wat er mis gaat bij een toets en hoe je dit kunt voorkomen
- ken je het verschil tussen will & going to en kun je deze grammatica goed toepassen

 


TODAY: Unit 3

  • Feedback formative test & common mistakes
  • Spelling
  • Refresh grammar:
    will & going to
  • Versterk jezelf AllRight
 




Slide 2 - Slide

Feedback formative test
  • Vocabulary
  • Spelfouten: 0,5 punt aftrek per spelfout
  • Grammatica: will & going to

Slide 3 - Slide

Feedback formative test
  • Vocabulary
  • Spelfouten: 0,5 punt aftrek per spelfout
  • Grammatica: will & going to

Slide 4 - Slide

Spelling......

Slide 5 - Slide

Vertaal:
Veel
A
Menny
B
Manny
C
Many

Slide 6 - Quiz

Vertaal:
Welke
A
Wich
B
Witch
C
Which

Slide 7 - Quiz

Vertaal:
ik
A
i
B
I
C
i en I zijn allebei goed

Slide 8 - Quiz

Een zin begint altijd met een.....
A
Hoofdletter
B
kleine letter
C
Allebei goed

Slide 9 - Quiz

Vertaal:
Waar
A
Were
B
Where
C
We're

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
Jij bent
A
Your
B
Youre
C
You are
D
You're

Slide 11 - Quiz

Spelling Tips:

Woordtrainer (AllRight)
Op- en overschrijven!

Slide 12 - Slide

Will & Going to

Slide 13 - Slide

Will gebruiken we bij een voorspelling waarvoor GEEN bewijs is.
A
True
B
False

Slide 14 - Quiz

Going to gebruiken we bij een voorspelling waarvoor GEEN bewijs is.
A
True
B
False

Slide 15 - Quiz

Future: will or to be going to?
Will

- Bij een voorspelling waar GEEN bewijs voor is. 

- Bij een besluit/aanbod/beslissing dat op het moment van spreken wordt genomen.
 
(onzeker)
to be going to

- Bij een voorspelling waar WEL bewijs voor is. 
- Bij een afgesproken plan
- Bij een concrete aanwijzing!



(zeker)

Slide 16 - Slide

Will and to be going to
Will

Hoe?
will + hele werkwoord 
To be going to

Hoe?
am/is/are + going to +
hele werkwoord 


Slide 17 - Slide

Waar herken je ´geen bewijs´ aan? Welke woorden? Noem er minimaal 4..

Slide 18 - Open question

Waar herken je 'geen bewijs' aan?

Maybe
Possibly
Probably
Perhaps
I/we think
I/we hope....
I/we feel

Dus dan altijd: WILL of Won't (als het negatief is)

Slide 19 - Slide

Bij vragende zinnen gebruik je 'shall' bij
A
I
B
We
C
I & we

Slide 20 - Quiz

voorbeelden
Shall we meet at 8?
Shall I help you?

Slide 21 - Slide

..... you help me look for my book?

Slide 22 - Open question

... I open the door for you?

Slide 23 - Open question

Look! He ... (fall) off his bike!

Slide 24 - Open question

.... it rain tomorrow?

Slide 25 - Open question

I think that my team ... (to win) the match.

Slide 26 - Open question

Marc ... (not- train) this week. He has broken
his knee.

Slide 27 - Open question

... (it - rain) this weekend?

Slide 28 - Open question

It's 8.15! I ..... (to be) late!

Slide 29 - Open question

Zelfstandig werken
Ga naar AllRight Unit 3

Versterk jezelf
Unit 3.2 en 3.3

timer
8:00

Slide 30 - Slide

The WH- words

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide