320 les 10: 10.4 / Oplossen met inklemmen - 3M

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

● Leerdoelen bespreken

● Terugblik: H3,  vk t/m 10.3

● Uitleg: 10.4

● Zelfstandig werken

● Leerdoel behaald?

Welkom bij wiskunde

bij

bij

Laptop 

in de tas.

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

Pak een wisbordje.

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.

Leerdoelen

Je kunt een vergelijking met een macht oplossen
 met inklemmen.

H3: Formules en grafieken

Voorkennis 

1. Lineair of niet

2. Lineaire grafiek bij formule

3. Regelmaat in tabellen

4. Formule bij een tabel

5. Formule bij een grafiek

6. Richtingscoefficient

     berekenen

H10: Grafieken en vergelijkingen

Voorkennis

1. Bijzondere formules en 
     grafieken

2. Som- en verschilgrafiek

3. Vergelijkingen oplossen met

     de balansmethode

4. Oplossen met inklemmen

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 

Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.

Huiswerk check

Paragraaf 10.3
in boek en schrift

Terugblik

Met welke formule bereken je de richtingscoëfficiënt in een tabel?

Terugblik

Met welke formule bereken je de richtingscoëfficiënt in een tabel?

R.c.=​toename boven​​toename onder​​

Terugblik

Met welke formule bereken je de richtingscoëfficiënt in een tabel?

En in een grafiek?

R.c.=​toename boven​​toename onder​​

Terugblik

Met welke formule bereken je de richtingscoëfficiënt in een tabel?

En in een grafiek?

R.c.=​toename boven​​toename onder​​

R.c.=​toename horizontaal​​toename verticaal​​

Terugblik

• Hoe ziet de grafiek van x = -5 er uit?
• Dat is een verticale grafiek die de x-as snijdt in -5.
• Door welke punten gaat grafiek van y = x + 2?
• Die gaat bijvoorbeeld door (0;2), (1;3) (-2;0) en (15;17)
• Bereken de verschilformule formule 1 - formule 2:
         formule 1:           prijs in € =   15 + 5 t
         formule 2:          Prijs in € =   25 - 3 t

Terugblik

• Hoe ziet de grafiek van x = -5 er uit?
• Dat is een verticale grafiek die de x-as snijdt in -5.
• Door welke punten gaat grafiek van y = x + 2?
• Die gaat bijvoorbeeld door (0;2), (1;3) (-2;0) en (15;17)
• Bereken de verschilformule formule 1 - formule 2:
         formule 1:           prijs in € =   15 + 5 t
         formule 2:          Prijs in € =   25 - 3 t

______________ -

Terugblik

• Hoe ziet de grafiek van x = -5 er uit?
• Dat is een verticale grafiek die de x-as snijdt in -5.
• Door welke punten gaat grafiek van y = x + 2?
• Die gaat bijvoorbeeld door (0;2), (1;3) (-2;0) en (15;17)
• Bereken de verschilformule formule 1 - formule 2:
         formule 1:           prijs in € =   15 + 5 t
         formule 2:          Prijs in € =   25 - 3 t
•                      Prijsverschil in € = -10 + 8 t

______________ -

Terugblik

• Hoe maken we de vergelijking bij deze twee formules?
                     Kosten in € = 25 + 3t            
                     Kosten in € = 15 + 5t       
                             t: tijd in uren
• 25 + 3t = 15 + 5t
• Na hoeveel uur zijn de kosten gelijk?             

Terugblik

• 25 + 3t = 15 + 5t
•           -5t           -5t
•  25 - 2t = 15
• -25            -25
•          -2t = -10     
•             :-2     :-2
•               t = 5
• Controle: 25 + 3 x 5 = 40          en        15 + 5 x 5 = 40
• Dus na 5 uur zijn de kosten gelijk.      

10.4: Oplossen met grafieken

 Voorbeeld:

• Maak de grafieken.

Uitleg aan de hand van deze opgave.

Maak de grafieken.

• Zoek het snijpunt.
• Controleer of het snijpunt klopt, door het
  invullen van de x-coördinaat in beide formules.
• Geef antwoord op vraag a, b en c.

10.4: Inklemmen

Soms is het snijpunt van de grafieken niet duidelijk te vinden.  Bijvoorbeeld bij formules met een macht er in.

Gebruik dan de methode van inklemmen.

      

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

10.4: Inklemmen

Soms is het snijpunt van de grafieken niet duidelijk te vinden.  Bijvoorbeeld bij formules met een macht er in.

Gebruik dan de methode van inklemmen.

Voorbeeld opgave         

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

10.4: Inklemmen

Soms is het snijpunt van de grafieken niet duidelijk te vinden.  Bijvoorbeeld bij formules met een macht er in.

Gebruik dan de methode van inklemmen.

Voorbeeld opgave         

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

Lo

50L - L2 = 625

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625
L o =20	50 x 20 - 20 2 = 600

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625
L o =20	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625
L o =20 L o =30	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig 50 x 30 - 30 2 = 600 Te Weinig

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625
L o =20 L o =30 L o =25	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig 50 x 30 - 30 2 = 600 Te Weinig 50 x 25 - 25 2 = 625 GOED

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625
L o =20 L o =30 L o =25	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig 50 x 30 - 30 2 = 600 Te Weinig 50 x 25 - 25 2 = 625 GOED

Dus de lengte van de tuin is 25 m.

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625 616
L o =20 L o =25	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig 50 x 25 - 25 2 = 625 Te Veel

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625 616
L o =20 L o =25 L o =22	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig 50 x 25 - 25 2 = 625 Te Veel

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625 616
L o =20 L o =25 L o =22	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig 50 x 25 - 25 2 = 625 Te Veel 50 x 22 - 22 2 = 616

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625 616
L o =20 L o =25 L o =22	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig 50 x 25 - 25 2 = 625 Te Veel 50 x 22 - 22 2 = 616 GOED!

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

9.4: Inklemmen

L o	50L - L 2 = 625 616
L o =20 L o =25 L o =22	50 x 20 - 20 2 = 600 Te Weinig 50 x 25 - 25 2 = 625 Te Veel 50 x 22 - 22 2 = 616 GOED!

Dus de lengte van de tuin is 22 m.

De opgave op het bord uitwerken met het T-schema.
Denk aan de berekeningen en Te Veel/ Te weinig.
Ook de vergelijking als Titel goed gebruiken.

1. Stel de vergelijking op. Schrijf als titel rechts boven het schema. 
2. Teken het T-schema en vul dit in. 
   * Schrijf de variabele links bovenaan.  
   
3. Vul een willekeurig getal in de formule in. 
   Het ingevulde getal komt vooraan, de berekening én uitkomst achteraan.  
4. Kijk of de uitkomst klopt. Zet er te veel, te weinig of goed achter. 
5. Ga door tot de goede uitkomst gevonden is. 
   Bewijs dat je inklemt door 1x Te veel en 1x Te weinig te geven.
   
6. Schrijf je conclusie op. Dus... Denk aan de eenheid, indien bekend.

10.4: Inklemmen stappenplan

Besproken leerdoelen

Je kunt een vergelijking met een macht oplossen
 met inklemmen.

H3: Formules en grafieken

Voorkennis 

1. Lineair of niet

2. Lineaire grafiek bij formule

3. Regelmaat in tabellen

4. Formule bij een tabel

5. Formule bij een grafiek

6. Richtingscoefficient

     berekenen

H10: Grafieken en vergelijkingen

Voorkennis

1. Bijzondere formules en 
     grafieken

2. Som- en verschilgrafiek

3. Vergelijkingen oplossen met

     de balansmethode

4. Oplossen met inklemmen

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 

Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.

Huiswerk

Maken:
Paragraaf 10.4 volgens jouw leerroutes

Nakijken:

Huiswerk van H3 en H10 tot nu toe.

Achter de les

Testopgave 

F -> blz. 256

Leerdoelen SE320

H3: Formules en grafieken

Vk Rekenen met formules

1. Lineair of niet

2. Lineaire grafiek bij formule

3. Regelmaat in tabellen

4. Formules bij een tabel

5. Formule bij een grafiek

6. Richtingscoefficient

     berekenen

H10: Grafieken en vergelijkingen

Vk Grafieken en vergelijkingen

1. Bijzondere grafieken

2. Som- en verschilgrafiek

3. Vergelijkingen oplossen met

     de balansmethode

4. Oplossen met inklemmen

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 

Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.

Na de vakantie

• Herhalingslessen
• Formatieve toets H3 en H10
• Bespreken Formatieve toets
• Ontwikkelles: leer en oefen zelf je leerdoelen. Laatste moment voor vragen. (behalve via Teams)

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 

Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.

Voorbereiden op het SE

1. Maak al het huiswerk van H3 en H10 af. 
          Je kunt alleen je leerdoelen behalen als je ze oefent.
2. Kijk al het huiswerk van H3 en H10 na.
          Je kunt pas zeggen of je een leerdoel behaald hebt,
           wanneer je gecheckt hebt of je de oefeningen goed had.
3. Streep op het leerdoelenformulier aan welke leerdoelen je behaald hebt en welke je nog aandacht aan moet besteden.
          Hierdoor krijg je overzicht over het te leren/oefenen werk voor het SE.

Voorbereiden op het SE

   4. Wat ga jij doen om de leerdoelen waar je aan moet werken, te behalen.     
        (bedenk: je MAAKT het SE, niet alleen bekijken of er over praten)
                    theorie uit het boek lezen en leren,
                    extra oefeningen maken,
                    LU terugkijken,
                    video's met uitleg zoeken en bekijken,
                    met klasgenoot oefeningen maken,
                    vragen stellen aan klasgenoot/ouder/bijles/docent,

                    etc.

Voorbereiden op het SE

   5. Oefen, leer, maak, vraag, kijk, bestudeer,
        discussieer, leg uit, ......... totdat je alle 
        leerdoelen behaald hebt.

- Banksy

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.