§2.4 De verzorgingsstaat 2.0

De industriële samenleving in Nederland

§2.4 De verzorgingsstaat 2.0
In deze les kun je 6 punten verdienen!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De industriële samenleving in Nederland

§2.4 De verzorgingsstaat 2.0
In deze les kun je 6 punten verdienen!

Slide 1 - Slide

Even terugblikken

Slide 2 - Slide

Hoe werd de coalitie tussen Drees en Beel?
A
Protestant-Rooms
B
Rooms-Rood
C
Rooms-Sociaal
D
Sociaal-protestant

Slide 3 - Quiz

Hoe heette de partij van Louis Beel?
A
ARP
B
PVDA
C
KVP
D
PKN

Slide 4 - Quiz

Wat is een vakbond?

Slide 5 - Open question

Voor welke stroming was Nederland na de Tweede Wereldoorlog bang voor?
A
Communisme
B
Socialisme
C
Rusland
D
Kapitalisme

Slide 6 - Quiz

............... zijn bedoeld om mensen te helpen die weinig of geen inkomen hebben. Dat kan om een uitkering gaan, maar bijvoorbeeld ook om het leveren van zorg.
A
Sociale verzekering
B
Sociale voorziening

Slide 7 - Quiz

In de vorige les(sen) hebben wij het gehad over 'de verzorgingsstaat'.
Schrijf een aantal woorden/ begrippen op waar jij aan denkt bij 'de verzorgingsstaat':

Slide 8 - Mind map

Leerdoelen
Aan het eind:
1. kun je vijf/ zes oorzaken van de bezuinigingen op de verzorgingsstaat noemen;

2. kun je drie / vier maatregelen omschrijven om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden.

+ kun je een Gouden Tip geven om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden.


Maak tijdens deze les aantekeningen!

Slide 9 - Slide


Terugblik vorige les: Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Wat heeft deze man te maken met 'Nederland Verzorgingsstaat'

Slide 10 - Open question

Nederland is een verzorgingsstaat. Dit betekent dat iedereen zorg krijgt die zorg nodig heeft via sociale wetten.
  • Kun jij nog een sociale wet opnoemen?

Maar deze sociale wetten kunnen alleen worden betaald bij economische groei. Bij een economische crisis wordt het moeilijk. In de jaren '70 gaat het moeilijk met de economie, waarna zelfs in de jaren '80 een wereldwijde economische crisis ontstaat.
Gevolg: de verzorgingsstaat wordt bijna onbetaalbaar, maar wat zijn de oorzaken? (volgende dia)

Slide 11 - Slide

Nederland is een verzorgingsstaat. Dit betekent dat iedereen zorg krijgt die zorg nodig heeft via sociale wetten.
  • Kun jij nog een sociale wet opnoemen?

Maar deze sociale wetten kunnen alleen worden betaald bij economische groei. Bij een economische crisis wordt het moeilijk. In de jaren '70 gaat het moeilijk met de economie, waarna zelfs in de jaren '80 een wereldwijde economische crisis ontstaat.

Gevolg: de verzorgingsstaat wordt bijna onbetaalbaar, maar wat zijn de oorzaken? (volgende dia)

Slide 12 - Slide

Oorzaken onbetaalbaarheid Verzorgingsstaat jaren '70 en '80:
1. Door economische crisis (o.a. oliecrisis) verkopen bedrijven minder producten en hebben minder arbeiders nodig. Gevolg: hoge werkeloosheid. Kortom, op hoogtepunt zat 9% van de beroepsbevolking (half miljoen!) de de WW (Werkloosheidwet);
2. Veel bedrijven misbruiken (fraude) de WAO (Wet ArbeidsOngeschikt) om in crisistijd van hun personeel af te komen door arbeiders (deels) af te keuren). Gevolg: op hoogtepunt zitten in 1991 meer dan 800.000 in de WAO;
3. Vergrijzing: het aandeel 65+ ers wordt steeds groter, zij hebben recht op een AOW (Algemene OuderdomsWet);
4. Meer scheidingen, waardoor steeds meer mensen in de Bijstandswet zitten.
5. Werken is niet zo aantrekkelijk vanwege hoge uitkeringen van alle genoemde wetten;
6. Mensen zien de uitkering als een recht.
Hierna: bronelement onderzoeken.

Slide 13 - Slide


Klik op de afbeelding om in te zoomen. 
Je ziet een spotprent uit 1981 over de verzorgingsstaat.
Zet de cijfer 1, 2 (en 3) onder mekaar. Zet achter elk cijfer een bronelement (iets wat je ziet) met daarachter de bedoelde boodschap van dit bronelement.

Slide 14 - Open question

Klik op de tekstbronnen om in te zoomen.
Sleep de tekstbronnen naar de juiste plek in de spotprent.
Hierna: uitleg betaalbaarheid verzorgingsstaat.

Slide 15 - Drag question

Oplossingen betaalbaarheid verzorgingsstaat:
Er komen maatregelen om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden, twee maatregelen:

1. Vanaf jaren '70 gaat de regering onder minister-president Ruud Lubbers bezuinigen door uitkeringen  te verlagen;
2. De sociale verzekeringen worden herzien, zoals minder lang een WW-uitkering geven en strenger zijn bij het geven van een AOW-wet.
3. Lonen verhogen en uitkeringen verlagen, waardoor werken aantrekkelijker wordt.
4. Meer eigen verantwoordelijkheid aan mensen geven, en dus niet een oplossing bij de regering vragen.

Tegenstanders van deze maatregelen vinden dat vooral de arme mensen de dupe zijn, gevolg is dat zij (met hulp van vakbonden) massaal gaan protesteren.

 

Hierna: uitleg 'zijn nu alle problemen opgelost'?

Slide 16 - Slide

Zijn de problemen van de verzorgingsstaat opgelost?
Nee, vooral de vergrijzing is een groot probleem.
De babyboom-generatie gaat nu massaal met pensioen.
Ook deze babyboomers moeten helpen dat Nederland van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Dit is een samenleving waarin mensen elkaar meer helpen (i.p.v. hulp vragen bij de regering)
Hierna: Clipphanger 'Wat is vergrijzing'? (1:30)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video


Twee uitspraken:
1. De babyboomers zijn vlak voor / na de Tweede Wereldoorlog geboren;

2. De vergrijzing van Nederland is vooral merkbaar in de 20e eeuw / 21 eeuw.
A
1. voor, 2. 20e eeuw
B
1. voor, 2. 21e eeuw
C
1. na, 2. 20e eeuw
D
1. na, 2. 21e eeuw

Slide 19 - Quiz


Twee uitspraken:
1. Een oorzaak / gevolg van vergrijzing is een verbeterde gezondheidszorg. 

2. Een bewust / onbewust gevolg van de invoering van de AOW-wet in 1957 onder minister-president Willem Drees is dat deze wet nu bijna niet meer is te betalen.
A
1. oorzaak, 2. bewust
B
1. oorzaak, onbewust
C
1. gevolg, 2. bewust
D
1. gevolg, 2. onbewust

Slide 20 - Quiz


In dit hoofdstuk kennen wij diverse minister-presidenten (premiers) die Nederland in periodes van economische groei en in economische crisisjaren hebben bestuurd. 

Bij welk antwoord staan de premiers in de juiste tijdsvolgorde?
A
Colijn --> Drees --> Lubbers --> Rutte
B
Drees --> Colijn --> Lubbers --> Rutte
C
Colijn --> Lubbers --> Drees --> Rutte
D
Colijn --> Lubbers --> Rutte --> Drees

Slide 21 - Quiz


Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.
"Hoe is het toch mogelijk dat de verzorgingsstaat in Nederland bijna onbetaalbaar is?   Dit is een ....
A
beschrijvende vraag
B
verklarende vraag
C
vergelijkende vraag
D
waarderende vraag

Slide 22 - Quiz

In dit hele hoofdstuk kennen wij periodes van economische groei en periodes van economische crisis.
Sleep de woorden crisis en groei naar de juiste plek in de tijdbalk
groei
groei
groei
crisis
crisis
crisis

Slide 23 - Drag question


Evaluatie: Om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden ga je sinds kort niet met 65 jaar, maar met 67 jaar met pensioen (AOW).

+ Welke Gouden Tip heb jij aan de regering om de verzorgingsstaat (nog) meer betaalbaar te maken?

Slide 24 - Open question