Les 6 & 7 Gezond en conditie + geschikt of ongeschikt

• Groen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H2 Les 6 & 7 

Gezondheid en conditie

Geschrikt of ongeschikt

Ziek

Een dier kan ziek worden, hoe goed je ook zorgt voor een dier. 

Je merkt het vaak aan het gedrag en eetgewoontes. 

Een ander kenmerk waar ziekte aan kan zien is aan de ontlasting van het dier of als de vacht dof is en het dier bijvoorbeeld kreupel loopt.  

Je zal het dier moeten laten onderzoeken door een dierenarts. 

Conditie

Een gezond dier heeft meestal een goede conditie. Een dier is dan niet te mager of te vet. Er wordt dan niet gesproken over het uithoudingsvermogen van een dier. 

Als een dier ziek is kan het magerder worden en de conditie achteruit. Een te vet dier komt meestal voor bij gezelschapsdieren. 

Geslacht 

Dieren hebben geslachtskenmerken. Sommige kenmerken bestaan al bij de geboorte. Dit noemen we de primaire geslachtskenmerken. 

Bij vogels, reptielen en amfibieën hebben zowel de mannetjes als vrouwtjes een cloaca. Een lichaamsopening die de geslachtsorganen bevat en waardoor de ontlasting en urine worden uitgescheiden. 

Geslacht

Andere kenmerken onstaan pas als de dieren volwassen worden. Dat noemen we secundaire geslachtskenmerken. 

Denk bijvoorbeeld aan een hen en een haan. 

Het houden van gezelschapsdieren

In Nederland mag je niet zomaar elk dier houden als gezelschapsdier. Voor zoogdieren bestaat er een officiële lijst van de overheid. Hierop staan alle dieren die gehouden mogen worden. Ook is er een lijst van dieren die niet gehouden mogen worden. 

Verboden dieren

Verboden dieren zijn alle dieren die: gevaarlijk zijn, waarvan de kans groot is dat ze ziektes overbrengen, moeilijk te verzorgen zijn. Ook invasieve exoten mag je niet houden in Nederland. Dier uit een ander land dat een dreiging vormt voor de inheemse dieren. 

Ook dieren op de CITES-lijst mogen niet gehouden worden. Dit is een lijst van 5000 diersoorten waarin niet gehandeld mag worden om de soorten bedreigd zijn. 

www.rvo.nl

www.rvo.nl

Domesticeren

Gezelschapsdieren als honden, katten en konijnen zijn oorspronkelijk niet gedomesticeerd als gezelschapsdier, maar omdat ze nuttig waren. 

Honden hielpen bij de jacht, katten vingen ongedierte en konijnen leverde vlees. 

Tegenwoordig kiezen we het dier meer op uiterlijk en karakter. 

Fokken

Bij het fokken van gezelschapsdieren wordt vooral op uiterlijk gelet. Hieruit zijn voortgekomen: 

konijnen met lange oren, honden en katten zonder vacht, honden met een korte neus. 

Maar het fokken levert ook een probleem op: er wordt vaak gefokt met honden van hetzelfde ras en familie. Daardoor komen bepaalde afwijkingen van het ras steeds opnieuw voor. 

Fokken

Van sommige rassen is hun 'ideale' uiterlijk van zichzelf al ongezond. 

De schedel van een King Charles Spaniels is te klein voor hun hersenen.

En de platte neus van bulldoggen zorgt ervoor dat ze vaak benauwd zijn. 

Fokkers moeten beter rekening houden met de gezondheid van de honden. En mensen die de honden komen kunnen beter nadenken over het hondenras dat ze uitkiezen.