Uitscheiding van de nieren

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Wat weet je van de
nieren?

Doelen

Na de les weet of kan de student:

1. Uitleggen wat uitscheidingsorganen zijn
   
2. de anatomie van de nieren uitleggen
   
3. vertellen wat de urine wegen zijn
   
4. vertellen wat de samenstelling is van de urine

Uitscheiding

Het urinewegstelsel maakt deel uit van de zuiveringsinstalatie van je lichaam. Het stelsel haalt afvalstoffen en andere overbodige stoffen uit je bloed. Het filteren en verwijderen van afvalstoffen en andere overbodige stoffen, noem je uitscheiding. 

Er zijn vier organen die voor uitscheiding zorgen. Hoewel je er geen van kunt missen, zijn de nieren de belangrijkste van deze vier. De andere drie zijn:

1. Longen (scheidt waterdamp en koolzuurgas uit

2. Lever. (scheidt, galkleursoffen uit)

3. Huid (scheid water, zouten en zuiren uit)

Het urinewegstelsel 

Het urinewegstelsel kun je naar taak verdelen in twee onderdelen. Er is een onderdeel voor de zuivering van het bloed: de twee nieren.

Het andere onderdeel heeft de taak de afvalstoffen die in het water zijn opgelost, af te voeren via de urine wegen. De urinewegen bestaan uit:

Twee urineleiders

De blaas

Urinebuis 

Wat denk je dat de medische naam is van de nieren

1. Renes
2. Pancreas
3. Gaster
4. Nieren

Ligging

 De nieren liggen tegen de achterwand van je buikholte, achter het buikvlies en net onder het middenrif. Aan beide kanten van de wervelkolom ligt er één. omdat de nieren achter in je buikholte liggen, liggen er vanaf je buik gezien andere organen voor. Voor je linker nier de milt en maag en de alvleesklier en een deel van de dunne darm. De rechter nier ligt net iets lager. Dit komt waarschijnlijk doordat de lever daar veel ruimte in neemt. De bolle kant van de nier is naar de buitenzijde van je lichaam gericht. de holle kant naar de wervelkolom. Aan de holle kant bevindt zich de nierpoort. Dit is de toegang tot de nier. Hier gaan de grote bloedvaten de nier in en uit. 

Bloedsomloomp

de grote bloedvaten die de nierpoort in en uit gaan zijn de nierslagader en de nierader. Via de nierslagader wordt het zuurstofrijke en nog niet gezuiverde bloed naar de nier toegevoerd. Via de nierader wordt het gezuiverde en zuurstofarme bloed afgevoerd naar de onderste holle ader. De nierslagader is een directe aftakking van de grote slagader (aorta). Je hebt twee nierslagaders. De aftakkingen van de nierslagaders liggen aan het begin van de grote lichaamsslagader. Dit is dicht onder het hart. Hier is de bloeddruk het hoogst in de bloedsomloop. Wat weer mogelijk maakt dat er veel bloed en onder stevige druk de de nier wordt binnen gestuwd. De nieren zijn aangesloten op het laatste stukje van de onderste holle ader. Hier is het bloeddruk het laagst wat mogelijk maakt dat het dan gezuiverde bloed gemakkelijk kan terug stromen. 

Waaruit bestaat een nier

1. Nierkapsel
   
2. Nierschors
   
3. Niermerg
   
4. Nierbekken

Opdracht

Ga opzoek naar wat het volgende doet en zoek de medische benaming op:

1. Nierkapsel
   
2. Nierschors
   
3. Niermerg
   
4. Nierbekken

De werking van de nieren

Er is een aanvoer van bloed met afvalstoffen. 
In de nieren zitten nefronen. Dit zijn kleine kanalen waar het bloed steeds een beetje beter gefilterd wordt. De nuttige stoffen worden opgenomen in het lichaam (resorptie), wat overblijft gaat via de urineleiders naar de blaas. Via de blaas (= een opvangbak waar het tijdelijk blijft) gaat het via de urineweg naar het toilet. 

Vat de les kort samen? Wat heb je geleerd?

Vragen?