Woorden in context (2) - praten met iemand die er niet is
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Les van gisteren: woorden die werken, woorden en emoties
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Je weet waar je rekening mee moet houden als je de ontvanger er niet is.
Programma
Voorkennis: moeilijke woorden
Oefening: boodschap overbrengen als iemand er niet is.
Schrijven: antwoord geven op verwachte vragen
Zelfstandig leren
Slide 3 - Slide
gemotiveerd
cliché
urgent
willekeurig
traditie
hausse
dringend
veelgebruikte beeldspraak
zomaar gekozen
enthousiast
oude gewoonte
bloei, sterke opleving
Slide 4 - Drag question
Het is ehct bdziejnor raar, maar als je in een wrood alle ltrtees vrweislest bevahle de ertese en de lsaatte, brejgip je tcoh piceres wat er saatt. Dat kmot odmat we wodroen neit leezn als aaprte lttrees, maar als gheeel.
Slide 5 - Slide
Praten met iemand die er niet is
Stappenplan om te schrijven
Bedenk een lezer in het algemeen;
Begin met het belangrijkste wat je wilt vertellen.
Zorg dat je zinnen goed klinken (alsof je het zegt); de lezer begrijpt het dan beter;
Vraag je na elke zin af welke vraag je lezer nu zou stellen.
Gebruik verschillende soorten zinnen. (kort-lang, vraagzin-met-antwoord, stelling enz.)
Slide 6 - Slide
Praten met iemand die er niet is
Oefening
Een leerling instrueert de anderen om dezelfde tekening te maken;
De anderen zien de tekening niet;
Slide 7 - Slide
Oefening (samenwerken)
a) Lees de volgende zinnen en noteer de vraag die als eerste bij je opkomt.
b) Schrijf voor elk van deze beginzinnen hiernaast een tweede zin die antwoord geeft op je vraag.
Er zijn veel verschillen in gedrag tussen jongens en meisjes.
Milieubewuste mensen dragen tegenwoordig massaal wollen truien.
De Gouden Eeuw wordt niet meer als term gebruikt in het Rijksmuseum.
Het lezen van boeken is belangrijk voor je ontwikkeling.
timer
8:00
Slide 8 - Slide
Oefening
In nieuwsberichten beantwoorden journalisten 'vaste' lezersvragen:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Hoe?
Welke vragen herken je in deze tekst? En wat zijn de bijbehorende antwoorden?
Slide 9 - Slide
Zelfstandig leren
Ga verder met de modulewijzer
De eerste 10 minuten werk je zelfstandig en in stilte