Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
5.2 Monniken en ridders
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Vandaag
- Wat weten we nog van de vorige les?
- Vervolg uitleg cursus 5.2
- zelf aan de slag
- afsluiting
Slide 3 - Slide
Wat weten we van de vorige les?
- Hoe groot was het rijk van Karel de Grote?
- Waar heeft Willibrord voor gezorgd?
- Wat zijn geestelijken?
Slide 4 - Slide
Lesdoelen 5.2 (deel 2)
Je kunt uitleggen waarom Karel de Grote zijn Rijk verdeelde in graafschappen.
Je kunt kort uitleggen wat het Hofstelsel inhoudt.
Je weet welke 3 groepen er in de tijd van de monniken en ridders bestonden.
Je kunt de 4 plichten van de horigen noemen.
Slide 5 - Slide
Karel de Grote
Karel veroverde veel, hij had een groot rijk. Om in de gaten te houden hoe het ging in zijn land, leende hij stukken uit aan graven. Karel deelde zijn land in wel honderden stukjes. (leenstelsel)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Edelen
Omdat het rijk van Karel te groot is, verdeelt hij zijn rijk in graafschappen (gebieden).
De baas hiervan is een graaf. Hij heeft 2 taken:
bijstaan met raad. (besturen graafschap en advies geven)
bijstaan met daad. (zorgen voor ridders/soldaten)
Graven zijn van adel en worden edelen genoemd.
Slide 8 - Slide
Edelen
Karel de Grote verdeelde zijn rijk in graafschappen --> olv. een graaf
In ruil voor de leen (stuk grond) eiste de leenheer trouw van de leenmannen.
Leenmannen moesten:
Het gebied goed besturen
Rechtspreken
Helpen bij oorlog--> ridders leveren
--> de grafen waren edelen/ van adel
--> de grafen waren edelen/
•In ruil voor de leen eiste de leenheer trouw van de leenmannen.
•Leenmannen moesten:
•Het gebied goed besturen
•Rechtspreken
•Helpen bij oorlog
van adel
Slide 9 - Slide
Rijk besturen is lastig: slechte wegen, slechte communicatie. Karel de Grote gebruikt het leenstelstel
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Hoe bestuurde Karel de Grote zijn rijk?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Het Hofstelsel
Achterleenmannen/lage adel hebben een eigen domein.
Boeren gaven hun vrijheid in ruil voor bescherming van de heer.
Boer was verbonden aan een stuk land, zonder het te bezitten en heeft daarbij bepaalde verplichtingen aan de heer= horigheid.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Heren en horigen
Horigen: boeren die weinig vrijheid kenden en ‘hoorden’ bij het land.
Horigen hadden 4 plichten:
Mochten het land van hun heer niet verlaten;
Een deel van de oogst afstaan als belasting;
Op feestdagen extra geschenken geven;
Allerlei klusjes doen voor hun heer.
In ruil hiervoor kregen ze bescherming tegen gevaar. Dit was hun recht. .
Slide 17 - Slide
Hofstelsel
Rovers en bendes
Bescherming en stuk grond
Horigen: Onvrije boerenen heren: Edelman die de baas was over een gebied
Herendiensten
Slide 18 - Slide
Wat is het verschil tussen het hofstelsel en het leenstelsel?
Slide 19 - Open question
3 groepen
Als je in de tijd van monniken en ridders leefde hoorde je bij een van de 3 groepen:
Edelen (de mensen van adel: graven, koningen e.d.)
Geestelijken (de mensen van de kerk: monniken, priesters)
Boeren en horigen
Groep 1 en 2 was maar een klein deel van de bevolking.
Slide 20 - Slide
Zelf aan de slag
1. Maak online de opdrachten en leermiddelen cursus 5.2
2. klaar?:laat docent weten en maak dan online meer oefenen & plusopdracht cursus 5.2
Slide 21 - Slide
Evaluatie Lesdoelen 5.2
Je kunt uitleggen waarom Karel de Grote zijn Rijk verdeelde in graafschappen.
Je kunt kort uitleggen wat het Hofstelsel inhoudt.
Je weet welke 3 groepen er in de tijd van de monniken en ridders bestonden.
Je kunt de 4 plichten van de horigen noemen.
Slide 22 - Slide
Welke 3 groepen bestonden er in de tijd van de monniken en ridders?
Slide 23 - Open question
Huiswerk
1. afmaken opdrachten en leermiddelen cursus 5.2 online
2. Meer oefenen en plusopdracht cursus 5.2
Slide 24 - Slide
Video Opdracht
Vragen:
Waarvoor werd een kasteel gebruikt?
Op welke manier werden de boeren beschermd?
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Opdacht
Bekijk onderstaande dia en fimpjes
en beantwoord de vragen die erbij horen
Slide 27 - Slide
hofstelsel
Slide 28 - Slide
Het dagelijks leven in het Hofstelsel
Vragen:
Wat was het doel van een kasteel?
Wat is een vroonhof?
Wat was er te vinden op een vroonhof?
Wat werd er gebeurd met de opbrengst van de akkers?
Slide 29 - Slide
Een kasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.