7.1 Eenheden omrekenen

1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Zet de eenheden op volgorde van groot naar klein
km
dam
cm
mm
m
hm
dm

Slide 2 - Drag question

3000 cm = ........ m
A
30
B
300
C
3
D
0,3

Slide 3 - Quiz

2,5 dm = .... cm
A
25
B
0,25
C
0,025
D
2,5

Slide 4 - Quiz

5 km = ..........m
A
0,005 m
B
500 m
C
5.000 m
D
0,05 m

Slide 5 - Quiz

Omrekenen
200mm2 = cm2
A
20
B
2000
C
20000
D
2

Slide 6 - Quiz

Reken uit:

0,123 m2 = _________ cm2
A
12,3 cm2
B
1230 cm2
C
0,123 cm2
D
123 cm2

Slide 7 - Quiz

100 mm2 = .... cm2
A
10 cm2
B
0,01 cm2
C
1 cm2
D
0,1 cm2

Slide 8 - Quiz

0,8 dm² = ... cm²
A
0,8 cm2
B
8 cm2
C
80cm2
D
800cm2

Slide 9 - Quiz

Hoeveel liter is 400 mL?
A
40
B
4
C
0,4
D
0,04

Slide 10 - Quiz

Hoeveel liter is 50 cL?
A
500
B
50
C
5
D
0,5

Slide 11 - Quiz

Hoeveel m³ is 500 dm³?
A
50
B
5
C
0,5
D
0,05

Slide 12 - Quiz

Hoeveel dL is 48 dm³?
A
4 800
B
480
C
48
D
4,8

Slide 13 - Quiz

Opdrachten maken
Je kan nu aan de slag in Online Getal & Ruimte
Bovenaan -> Planning
Kader 3 - Eenheden omrekenen
Dit is huiswerk voor de volgende les.

Kom je er niet uit?
Steek je vinger op, dan kom ik helpen!


Slide 14 - Slide