v4 7.5 Populatiegenetica

Populatiegenetica
Waar wiskunde en biologie elkaar ontmoeten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Populatiegenetica
Waar wiskunde en biologie elkaar ontmoeten

Slide 1 - Slide

Allel- en genotypefrequenties
Deze frequenties zijn niet altijd gelijk in een populatie door natuurlijke selectie (bepaalde eigenschappen zorgen voor een grotere overlevingskans), seksuele selectie (voorkeur voor bepaalde eigenschappen), genetic flow (allelen komen van buitenaf de populatie in, of gaan er juist uit) en genetic drift (door toevallige keuzes in een kleine populatie wordt een van de allelen zeldzaam (founder effect & flessenhalseffect).

Slide 2 - Slide

Berekenen genotype- en allelfrequenties in een populatie
- In het algemeen geldt dat iemand voor 1 gen met 2 verschillende allelen homozygoot dominant (AA), heterozygoot (Aa) of homozygoot recessief (aa) kan zijn. 
- Deze genotypes zijn te berederen door te kijken naar de verhoudingen van de verschillende fenotypes (H5)
- Frequenties zijn echter ook te berekenen voor een hele populatie. 

Slide 3 - Slide

Hardy-Weinberg evenwicht

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Hardy-Weinberg evenwicht
Genotypefrequentie en allelfrequentie kunnen uitgerekend worden voor een populatie die voldoet aan de volgende 5 regels:
  1. geen mutaties in genen
  2. individuen paren random (geen seksuele selectie)
  3. grote populaties
  4. geen migratie
  5. geen natuurlijke selectie op bepaalde eigenschappen

Slide 6 - Slide

Hardy-weinberg evenwicht
In de natuur voldoet eigenlijk geen enkele populatie aan (alle vijf) de voorwaarden. Toch is deze theoretische berekening interessant 
--> elke afwijking van de normale verdeling die je verwacht heeft een bepaalde oorzaak. Als geen enkel allel een voordeel zou hebben, zouden er evenveel allelen a als allelen A aanwezig zijn in de populatie.

Normaal verwacht je dus een verdeling van AA + 2Aa + aa in een populatie die voldoet aan de 5 genoemde voorwaarden.

Slide 7 - Slide

Berekenen allel- en genotype frequentie


p= dominante allel, q= recessieve allel
Allelfrequentie: p + q = 1
genotypefrequentie: p2+ 2pq + q=1              (AA + 2Aa + aa = 1)

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Huiswerk
Lees 7.5 goed door
Maak de opdrachten bij 7.5 in de online methode (nectar)

Slide 10 - Slide