This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Maatschappijleer
Slide 1 - Slide
Wat is een rechtsnorm?
Slide 2 - Open question
Wat is het doel van de scheiding der machten (trias politica)?
Slide 3 - Open question
Wat is een van de belangrijkste kenmerken van een rechtsstaat?
A
De overheid mag doen wat ze wil
B
Burgers hebben geen rechten, alleen plichten
C
De macht van de overheid is beperkt door wetten
D
De koning beslist alles
Slide 4 - Quiz
In een rechtsstaat mogen burgers nooit worden opgepakt zonder reden.
A
Ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Het verschil tussen een overtreding en een misdrijf is dat een misdrijf een ________ strafbaar feit is dan een overtreding.
Slide 6 - Open question
5. Wat betekent een pluriforme samenleving?
A
Een samenleving waarin maar één cultuur is toegestaan
B
Een samenleving met verschillende culturen en levensstijlen
C
Een samenleving zonder regels en wetten
D
Een samenleving waarin migratie verboden is
Slide 7 - Quiz
Noem twee voordelen en twee nadelen van een multiculturele samenleving.
Slide 8 - Open question
Wat is het verschil tussen een dominante cultuur en een subcultuur?
A
Een subcultuur is de enige toegestane cultuur in een land, terwijl een dominante cultuur meerdere culturen accepteert.
B
De dominante cultuur is de overheersende cultuur in een samenleving, terwijl een subcultuur een groep is met eigen normen en waarden binnen die samenleving.
C
Een dominante cultuur is altijd beter dan een subcultuur.
D
Een subcultuur en een dominante cultuur betekenen hetzelfde.
Slide 9 - Quiz
Noem een voorbeeld van een cultuurkenmerk
Slide 10 - Mind map
Waarom is tolerantie belangrijk in een pluriforme samenleving? Geef een voorbeeld.
Slide 11 - Open question
Hoe beïnvloedt iemands referentiekader de manier waarop hij of zij naar andere culturen kijkt?
Slide 12 - Open question
Hoe zijn rolpatronen en genderverwachtingen in de afgelopen decennia veranderd? Noem een voorbeeld.
Slide 13 - Open question
Wat wordt bedoeld met rolpatronen?
A
De biologische verschillen tussen mannen en vrouwen
B
De verwachtingen over hoe mannen en vrouwen zich ‘horen’ te gedragen in een samenleving
C
De wettelijke regels over gendergelijkheid
D
Een rol die mensen krijgen in een toneelstuk
Slide 14 - Quiz
Vroeger werden mensen aangeduid met autochtoon en allochtoon. Hoe noem je dat tegenwoordig?
Slide 15 - Open question
Om je heen zijn er veel verschillende subculturen en levensstijlen. Deze hangen af van 6 factoren.