Hoofdstuk 2 herhaling

1 / 38
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Systematisch naamgeving

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

naamgeving
mono       di         tri         tetra.        penta       hexa
1             2            3             4               5              6 

Let op, deze telwoorden komen voor het atoom waar het over gaat het getalletje komt erna.
CO2  koolstofdioxide

.........oxide
........ bromide
.........chloride
.........sulfide
........jodide
.......fluoride

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
NO
N= Stikstof
O = zuurstof (maar zuurstof in een verbinding noemen we een oxide)
 = hoort hier bij oxide 
dus de naam is: stikstofdioxide
2
2

Slide 8 - Slide

Geef de molecuulformule van
koolstofmono-oxide
diwaterstofsulfide
difosforpentaoxide
zwaveldichloride
diwaterstofmono-oxide

Slide 9 - Slide

CO₂ heet ook wel...
A
Koolstof-mono-oxide
B
Koolstof-di-oxide
C
dikoolstofdioxide
D
Koolzuurstof

Slide 10 - Quiz

Wat is een ontledingsreactie?

Slide 11 - Slide

Wat is nodig voor een verbrandingsreactie?

Slide 12 - Slide

Soorten  reacties
Grofweg bestaan er 3 soorten reacties:
  1. Ontledingsreactie:
    één beginstof-> meer eindproducten  
  2. Verbrandingsreactie:
     beginstof+zuurstof-> eindproduct(en) 
  3. Overige vormingsreacties:
    twee of meer beginstoffen-> reactieproduct(en)

Slide 13 - Slide

Wat is een ontledingsreactie?
A
Een reactie met zuurstof
B
Reactie met één beginstof en meerdere reactieproducten
C
Een reactie waarbij een explosie ontstaat
D
Reactie met meerdere beginstoffen en één reactieproduct

Slide 14 - Quiz


Ontledingsreactie of verbrandingsreactie?
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie

Slide 15 - Quiz

Is dit een verbrandingsreactie?

A
Ja!
B
Nee!

Slide 16 - Quiz

Wat is geen verbrandingsreactie?
A
IJzer + zuurstof -> roest
B
Koolstof + zuurstof -> koolstofdioxide
C
Zwavel + zuurstof -> zwaveloxide
D
Water -> waterstof + zuurstof

Slide 17 - Quiz

Ontledingsreactie
  1. Geef de reactievergelijking van de ontleding van waterstofperoxide (H2O2) in water en zuurstof.
  2. Geef de reactievergelijking voor de ontleding van aluminiumoxide (Al2O3).

Elektrolyse, fotolyse en thermolyse zijn soorten ontledingsreacties. 

Slide 18 - Slide

Verbrandingsreactie 
  1. Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van methaan. 

Bij de volledige verbranding van een koolwaterstof ontstaan altijd water en koolstofdioxide.  

Slide 19 - Slide

Overige vormingsreacties
In een buis wordt roest (ijzeroxide = Fe2O3) samen met koolstof sterk verhit. Bij deze reactie ontstaat ijzer en koolstofdioxide

Slide 20 - Slide

Opdracht 1 
Noteer de volledige verbranding van het gas butaan (C4H10).

Slide 21 - Slide

Opdracht 2
In een katalysator van een auto wordt het milieuonvriendelijke gas ammoniak ontleed in waterstof en zuurstof. 

Slide 22 - Slide

Chemische reactie 

Slide 23 - Slide

Wat geeft de index aan in een molecuulformule?
A
Hoeveel atomen er zijn
B
Hoeveel moleculen er zijn

Slide 24 - Quiz

Wat is de index in de volgende formule?

3CH4
A
4
B
1
C
3
D
0

Slide 25 - Quiz

Hoeveel moleculen zie je hier?
A
2
B
3
C
4
D
9

Slide 26 - Quiz

Hoeveel atoomsoorten zie je?
A
2
B
3
C
4
D
9

Slide 27 - Quiz

Hoeveel atoomsoorten zie je?
A
3
B
2
C
5
D
0

Slide 28 - Quiz

Hoeveel atomen zie je?
A
5
B
10
C
15
D
0

Slide 29 - Quiz

Wat zijn de beginproducten?
A
CH4
B
Methaan en zuurstof
C
2 O2
D
CO2 + H2O

Slide 30 - Quiz

Sublimeren
Mengen
Chemische reactie
Scheiden
Stollen

Slide 31 - Drag question

Wat is de index van 6 O ?
2
A
6
B
1
C
0
D
2

Slide 32 - Quiz

Maak de reactievergelijking kloppend:
(index hoort klein)
CH + O --> CO +HO
2
4
2
2
A
2CH4 + 3O2 --> 2CO2 +4H2O
B
CH4 + 2O2 --> CO2 +2H2O
C
2CH4 + 4O2 --> 2CO2 +4H2O
D
CH4 + O2 --> CO2 +H2O

Slide 33 - Quiz

Branddriehoek

Slide 34 - Slide

Welke brandvoorwaarde wordt weggenomen bij blussen met een blusdeken?
A
Zuurstof
B
Ontbrandingstem-peratuur
C
Brandbare stof

Slide 35 - Quiz

Wat zijn de drie brandvoorwaarden?
A
Zuurstof, benzine en warmte
B
Lucht, geluid en energie
C
Zuurstof, brandstof en temperatuur
D
Blusdeken, temperatuur en koolstofdioxide

Slide 36 - Quiz

Je blust een papierbrand met water. Welke brandvoorwaarde wordt weggenomen?

A
Zuurstof
B
Ontbrandings-temperatuur
C
Brandstof

Slide 37 - Quiz

Je blaast een kaars uit. Welke brandvoorwaarde neem je dan weg?
T12
R15
A
zuurstof
B
ontbrandingstemperatuur
C
brandstof
D
zowel A, B als C

Slide 38 - Quiz