Klas 1 SO Kapitel 2 Lektion 1,2 en 3

SO Kapitel 2 

Viel Erfolg! 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

SO Kapitel 2 

Viel Erfolg! 

Slide 1 - Slide

Wat kun je verwachten? 
-De toets bestaat uit 20 vragen.
- Je hebt 15 minuten de tijd.
- Bij vraag 11 t/m 15 moet je de woorden goed schrijven. 

Slide 2 - Slide


1) Fußball spielen macht mir Spaß.
A
jarig
B
kapot
C
gezellig
D
plezier

Slide 3 - Quiz


2) reiten gern am Strand. 
A
spelen
B
zonnebaden
C
paardrijden
D
zingen

Slide 4 - Quiz


3) Ich komme nicht, weil ich zum Arzt muss. 
A
daarom
B
omdat
C
maar
D
want

Slide 5 - Quiz


4) Ich habe ein großes Zimmer
A
hond
B
kamer
C
televisie
D
telefoon

Slide 6 - Quiz


5) Der Test ist einfach. Ich habe gut gelernt. 
A
makkelijk
B
moeilijk
C
saai
D
leuk

Slide 7 - Quiz


6) Du kannst auf Sylt im Meer schwimmen.
A
meer
B
zwembad
C
zee
D
sloot

Slide 8 - Quiz


7) Ich finde Videos auf Dumpert lustig. 
A
grappig
B
gek
C
stom
D
saai

Slide 9 - Quiz


 8) Alles ist aufgeräumt und sieht ordentlich aus. 
A
rommelig
B
netjes
C
ouderwets
D
mooi

Slide 10 - Quiz


9) Paula war noch nie in Australien. 
A
vaak
B
soms
C
altijd
D
nooit

Slide 11 - Quiz


10) Es ist 9.58. Es ist fast 10 Uhr.
A
snel
B
nooit
C
bijna
D
altijd

Slide 12 - Quiz


Vertaal in het Duits:
11) het dorp

Slide 13 - Open question


Vertaal in het Duits:
12) het flatgebouw

Slide 14 - Open question


Vertaal in het Duits:
13) het rijtjeshuis

Slide 15 - Open question


Vertaal in het Duits:
14) de stad

Slide 16 - Open question


Vertaal in het Duits:
15) de eengezinswoning

Slide 17 - Open question


Hoe zeg je in het Duits:
16) Ik woon in een dorp. 

Slide 18 - Open question


Hoe zeg je in het Duits:
17) Ik woon in ...... ( + eigen woonplaats)

Slide 19 - Open question


Hoe zeg je in het Duits:
18) Ik woon in het noorden van Nederland. 

Slide 20 - Open question


 19) Vertel in het Duits in wat voor huis je woont. Gebruik een hele zin. 

Slide 21 - Open question


20) Vertel in het Duits wat je lievelingskamer is. Gebruik een hele zin. 

Slide 22 - Open question

Du bist fertig!
(= Je bent klaar) 

Slide 23 - Slide