6.3 Nieuwe ideeën, nieuwe tijden

Hoofdstuk 6
6.2 Pruiken en Problemen in de 18e eeuw
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6
6.2 Pruiken en Problemen in de 18e eeuw

Slide 1 - Slide

6.3
Licht op de Verlichting

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Kenmerkende Aspecten
  • Het streven van vorsten naar absolute macht (absolutisme) (Tijdvak 6!!)
  • Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
  • 'Verlicht denken' werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
  • De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 4 - Slide

Aan het einde van de les...
  • Kun je het nieuwe (revolutionaire) wetenschappelijke denken uitleggen aan de hand van voorbeelden.

  • Kun je uitleggen wie Montesquieu, Rousseau & Locke zijn. 

Slide 5 - Slide

Wat weet je nog
van de vorige les?

Slide 6 - Mind map

6.3.1
Vertrouwen in het gebruik van het verstand

Slide 7 - Slide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)

  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.
Rationalisme: Filosofische stroming die ervan uitgaat dat het gebruik van het verstand (ratio) de bron is van kennis (en niet geloof, de Bijbel of tradities).

Slide 8 - Slide

Een koning die door God is aangewezen om te regeren? Filosofen gaan nadenken over hoe een land moet worden bestuurd

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

6.3.3
Kritiek op de samenleving

Slide 11 - Slide

John Locke
- Absolutisme is onacceptabel als je logisch nadenkt: ieder mens heeft bij de geboorte gelijke rechten (volksoevereinitieit)

- Een koning mag alleen regeren als hij rekening houdt met de belangen van het volk. In ruil daarvoor moet het volk de wetten van de koning gehoorzamen.

Slide 12 - Slide

Jean-Jacques Rousseau

 Hij vond dat het volk de macht moest hebben. Dit was alleen mogelijk als de democratie zou worden ingevoerd.

Slide 13 - Slide

Montesquieu


- Bedenker van de Trias Politica (scheiding der machten).

Slide 14 - Slide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Waarom?
Als de drie machten verdeeld zijn en elkaar controleren is de kans op machtsmisbruik het kleinst. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Waar gaan verlichtingsdenkers steeds meer vanuit?
A
Emotie
B
Verstand

Slide 17 - Quiz

Wie heeft de Trias Politica bedacht?
A
Rousseau
B
Locke
C
Montesquieu

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
VWO: Maken 6.3 opdracht 1, 2, 3, 6 & 7
HAVO: 1, 2, 7, 8 & 9

Slide 19 - Slide