schuif naar de goede plek: waar in chili vind je welke klimaten?
Noorden
Zuiden
Midden
woestijnklimaat
gematigd zeeklimaat
mediterraan klimaat
1 / 31
next
Slide 1: Drag question
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
schuif naar de goede plek: waar in chili vind je welke klimaten?
Noorden
Zuiden
Midden
woestijnklimaat
gematigd zeeklimaat
mediterraan klimaat
Slide 1 - Drag question
Breedteligging is de belangrijkste factor voor het verklaren van het klimaat in Chili omdat
A
het Andesgebergte erg hoog is.
B
de zee nooit ver weg is.
C
er veel warmte wordt aangevoerd uit de tropen.
D
het een erg langgerekt land is.
Slide 2 - Quiz
De Humboldtstroom zorgt in Chili voor een ....... klimaat.
A
Droog
B
Vochtig
C
Gematigd
D
Polair
Slide 3 - Quiz
Neem de nummers 1 t/m 4 over. Geef de namen van die onderdelen.
Slide 4 - Open question
Gebruik atlaskaart 208A. Leg uit hoe aardbevingen ontstaan in de Amerikaanse staat California. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 5 - Open question
Gebruik atlaskaart 238C. Voor de kust van Chili is sprake van subductie. In kaart 238C is hiervoor een aanwijzing te vinden.
Wat is die aanwijzing?
Slide 6 - Open question
De temperatuur onderaan een berg is 32 graden, de berg is 4 kilometer hoog. Wat is de temperatuur boven aan de berg?
A
6
B
8
C
-10
D
5
Slide 7 - Quiz
Gebruik atlaskaart 208E. Hieronder staan zeven begrippen die te maken hebben met vulkanisme a basalt; b effusieve eruptie; c explosieve eruptie; d graniet; e schildvulkaan; f stratovulkaan; g subductie Noteer de letters van de 3 begrippen die horen bij het vulkanisme op Hawaii.
Slide 8 - Open question
Wat voor vulkaan zie je? Wat voor type eruptie heeft die vulkaan meestal?
Slide 9 - Open question
Tot welk soort vulkaan hoort de vulkaan op de foto?
Slide 10 - Open question
Convergent
Divergent
Transform
Slide 11 - Drag question
Convectiestromen
Stijgend magma
Oceanische aardkorst
Mid-oceanische rug
Subductiezone
Trog
Continentale korts
Slide 12 - Drag question
Is dit op de foto een oud of een jong gebergte. geef 2 argumenten
Slide 13 - Open question
Schrijf voor de twee combinaties van woorden op wat de woorden met elkaar te maken hebben. 1. importsubstitutie – industrialisatie 2. industrialisatie – urbanisatietempo
Slide 14 - Open question
Wat betekende diversificatie ook alweer?
A
Het minder eenzijdig maken van de economie.
B
Het focussen op/exporteren van één soort product.
C
Meerdere producten produceren/exporteren.
D
Het focussen op/importeren van één soort product.
Slide 15 - Quiz
Wat is een goed voorbeeld van diversificatie van de economie?
A
Zuid-Afrika gaat ijzererts niet meer alleen exporteren, maar gaat het nu ook verwerken in de eigen industrie.
B
Zuid-Afrika opent twee nieuwe ijzerertsmijnen om de export te vergroten.
C
Zuid-Afrika stapt over van de export naar de import van goedkopere ijzererts.
Slide 16 - Quiz
Geef eerst de vulkaanvorm. Leg daarna uit (oorzaak-gevolg) hoe deze vulkaan ontstaat.
Slide 17 - Open question
Zet de stappen van het ontstaan van een eilandengroep door hotspotvulkanisme in de goede volgorde.
1
2
3
Slide 18 - Drag question
Sedimentgesteente
Stollingsgesteente
Metamorf gesteente
Kalksteen
Zandsteen
Marmer
Leisteen
Graniet
Basalt
Slide 19 - Drag question
Welke hoofdgroep gesteente is te zien in de afbeelding? Beargumenteer je keuze met gegevens uit de bron.
Slide 20 - Open question
In Santa Rosa valt meer neerslag dan in Reno. Geef hier met behulp van de bron een verklaring voor.
Slide 21 - Open question
Tijdens el nino...
A
welt er koud water voor de kust op
B
welt er warm water voor de kust op
C
wordt warm oppervlaktewater aangevoerd
D
wordt koud oppervlaktewater aangevoerd
Slide 22 - Quiz
Is op de afbeelding sprake van een El Nino of een normale situatie?
A
El Nino
B
Normale situatie
Slide 23 - Quiz
Chili kent een hoge/lage urbanisatiegraad
A
hoge
B
lage
Slide 24 - Quiz
Een belangrijk exportproduct van chili is
A
Auto's
B
wol
C
ijzer
D
koper
Slide 25 - Quiz
Welk land is de grootste winnaar van de global shift?
A
Amerika
B
China
C
Rusland
D
Frankrijk
Slide 26 - Quiz
Bekijk de foto.
Zie je hier een voorbeeld van dagbouw of schachtbouw?
A
Dagbouw
B
Schachtbouw
Slide 27 - Quiz
Heuvelland
Hooggebergte
Middelgebergte
Laagland
Gebied met een hoogteligging lager dan 200 m.
Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
Gebied met een hoogteligging tussen de 200 m en 500 m.
Slide 28 - Drag question
Een plateau is...
A
Een laag gelegen vlak gebied
B
Een hoog gelegen vlak gebied
C
Een laag gelegen bergachtig gebied
D
Een hoog gelegen bergachtig gebied
Slide 29 - Quiz
In welke hoogtegordel is dit?
A
Loofboomgordel
B
Naaldboomgordel
C
Alpenweide
D
Gletsjers
Slide 30 - Quiz
Twee stellingen: 1. De Alpenweide vinden we tussen de 2000 en 2500 m hoogte. 2. De naaldboomgordel loopt van 1000 tot 1500 meter hoogte