Hoofdstuk 9 les 3

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Prikkelgeleidingssysteem

(1) Sinusknoop: 

Een elektrische prikkel start in gespecialiseerde spiercellen (rechterboezemwand).

Prikkelgeleidingssysteem

(2) AV-knoop: 

Stuurt de elektrische prikkel richting de kamers met een vertraging (0,15 s) zodat de kamers láter samentrekken dan de boezems.

Prikkelgeleidingssysteem

(3) Bundel van His: Stuurt de elektrische prikkel naar de punt van de kamers zonder de spiercellen te laten samentrekken.

Prikkelgeleidingssysteem

(4) Purkinjevezels: Sturen de elektrische prikkel naar de top van de kamers en laten de spiervezels samentrekken.

Is het hartminuutvolume van de kleine bloedsomloop gelijk aan die van de grote bloedsomloop?

1. Nee
2. Alleen in rust
3. Ja, altijd

Bij een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af. In plaats daarvan komt dan littekenweefsel.
Kan iemand na een hartinfarct nog dezelfde inspanning leveren als daarvoor?

1. Nee, want het maximale hartminuutvolume gaat omlaag
2. Ja, want het maximale hartminuutvolume wijzigt niet
3. Nee, want de maximale hartslagfrequentie gaat omlaag
4. Ja, want de maximale hartslagfrequentie wijzigt niet

Waarom is het van belang dat de AV knoop de impuls (=stroompje) aan de kamers later doorgeeft dan de Sinusknoop?

De bloeddruk in de bloedvaten 13, 14, 5 en 6 wordt met elkaar vergeleken.
In welk bloedvat is de bloeddruk het laagst?

1. 13
2. 14
3. 5
4. 6