Poëzie-analyse V6: Traditionele en moderne poëzie, Soorten gedichten, Typografische kenmerken, Strofenbouw, Syntactische stijlfiguren, De semantische laag, Parafrase en interpretatie

Poëzie-analyse V6: Traditionele en moderne poëzie, Soorten gedichten, Typografische kenmerken, Strofenbouw, Syntactische stijlfiguren, De semantische laag, Parafrase en interpretatie
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Poëzie-analyse V6: Traditionele en moderne poëzie, Soorten gedichten, Typografische kenmerken, Strofenbouw, Syntactische stijlfiguren, De semantische laag, Parafrase en interpretatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je het verschil tussen traditionele en moderne poëzie uitleggen
  • Aan het einde van de les kun je verschillende soorten gedichten identificeren en beschrijven
  • Aan het einde van de les kun je de belangrijkste typografische kenmerken van gedichten verklaren
  • Aan het einde van de les kun je de bouw van strofen in gedichten begrijpen en analyseren
  • Aan het einde van de les kun je syntactische stijlfiguren in gedichten herkennen en toepassen
  • Aan het einde van de les kun je de semantische laag in gedichten begrijpen en interpreteren
  • Aan het einde van de les kun je gedichten parafraseren en interpreteren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over poëzie-analyse?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Traditionele versus moderne poëzie
  • Verschillende kenmerken onderscheiden traditionele en moderne poëzie
  • Strofenlengte, versregellengte, rijmschema en leesteken gebruik zijn belangrijke aspecten
  • Bespreking van voorbeelden om het verschil te illustreren

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soorten gedichten
  • Acrostichon, ballade, sonnet, elegie en meer
  • Specifieke kenmerken van elk gedichttype
  • Voorbeelden om de verschillen te verduidelijken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Typografische kenmerken van gedichten
  • Regels, verzen, versregels en zinnen
  • Belang van metrum en ritme
  • Bespreking van voorbeelden om het belang van typografie te begrijpen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bouw van strofen in gedichten
  • Analyse van de structuur van strofen
  • Bespreking van verschillende strofevormen
  • Voorbeelden om de bouw van strofen te verduidelijken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Syntactische stijlfiguren in gedichten
  • Allocutie, chiasme, inversie en meer
  • Herkenning en toepassing van syntactische stijlfiguren
  • Voorbeelden om de verschillende stijlfiguren te illustreren

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Semantische laag in gedichten
  • Betekenis en interpretatie van gedichten
  • Semantische stijlfiguren en beeldspraak
  • Bespreking van voorbeelden om de semantische laag te begrijpen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Parafrase en interpretatie van gedichten
  • Belang van parafrase bij het begrijpen van gedichten
  • Interpretatie van gedichten op basis van parafrase
  • Voorbeelden om de interpretatie van gedichten te verduidelijken

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
  • Acrostichon: Een vorm van poëzie waarbij de eerste letters van elke regel samen een woord vormen
  • Ballade: Een lang verhalend lied of een beschouwend gedicht
  • Concrete poëzie: Een mengvorm van poëzie en beeldende kunst
  • Epigram/puntdicht: Een kort, kernachtig gedichtje
  • Gelegenheidsgedicht: Een gedicht naar aanleiding van een ingrijpende of belangrijke gebeurtenis
  • Geuzenlied: Protestlied van de Geuzen tegen de Spaanse overheersers
  • Haiku: Drierelig gedicht met specifieke lettergrepenverdeling
  • Limerick: Humoristisch en ondeugend gedicht met een vast rijmschema
  • Prozagedicht: Mengvorm tussen proza en poëzie
  • Readymade: Een al bestaande tekst of tekstfragment dat in een gedicht wordt opgenomen
  • Sonnet: Een gedicht dat uit vier strofen bestaat met een vast rijmschema
  • Elegie: Een klaagzang, meestal naar aanleiding van het overlijden van iemand
  • Hoofse lyriek: Middeleeuwse liefdesgedichten
  • Hymne: Een loflied ter ere van goden, van God of iemand of iets
  • Knittelvers: Een met opzet onbeholpen geschreven vers
  • Ode: Gedicht waarin de dichter iets of iemand verheerlijkt
  • Poésie parlante: Gedichten in min of meer alledaags taalgebruik
  • Poésie pure: Gedichten waarin het gaat om klankwerking, ritme, associaties en de poëtische suggestie van woorden
  • Rondeel: Gedicht van veertien regels met maar twee rijmklanken

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.