H5 poëzie les 2

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas

Slide 1 - Slide

Terugblik
Examentekst Kwizl
Periodeplan/pta: wk 42/toetsweek
Literatuurlijsten
Woensdag: kwt-uur: lezen? examen afmaken? 
Historische letterkunde

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

1. De toets poëzie
-Toets
-Toetsstof
-Lessen
-De bundel/de reader

Slide 8 - Slide

Toetsstof
Basisstof, tenzij anders aangegeven van:    
  A (traditionele, moderne poëzie) blz. 21
   B Soorten gedichten blz. 22 
   C Typografische kenmerken blz. 24
   D Klankkenmerken (basis- én verdiepingsstof) blz. 26
   E Strofenbouw blz. 28
   F Syntactische stijlfiguren blz. 29
   G Semantische stijlfiguren (basisstof + beeldspraak ) blz. 31
   H Analyse en interpretatie blz. 35

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Dit gedicht wordt veel voorgedragen op begrafenissen en crematies. Waarom? Overleg in groepjes van drie.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Hoe lees je een gedicht
Drie leesrondes

Slide 14 - Slide

Leesronde 1
Lees het gedicht een keer, parafraseer de inhoud
            'Dit gedicht gaat volgens mij over ...
Is het gedicht je duidelijk? Prima, klaar. Lukt het niet ....... stap 2.
(hermetische t/o open poëzie)

Slide 15 - Slide

Leesronde 2
Analyseer het gedicht aan de hand van analysebegrippen, zoals strofenbouw, rijm, syntactische en semantische kenmerken, typografische kenmerken.
Is het gedicht je nu duidelijk? Prima, klaar. Blijft het onduidelijk ....... ronde 3.

Slide 16 - Slide

Leesronde 3
1. Is er iets dat je moet weten om het gedicht te begrijpen:
    over de dichter (persoonlijk leven, herkenbare thematiek, het        gedicht t.o.v. ander werk van zijn hand enz.)
2. Is er iets dat je moet weten over de tijd waarin het gedicht             geschreven is, de stijlperiode, de kunststroming enz.

Slide 17 - Slide

Maaltijd Maarten van Roozendaal
Van Roozendaal beschrijft een familiediner. Wat voor gevoel houd je over bij die beschrijving? 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide


Slide 21 - Open question


Slide 22 - Open question


A

Slide 23 - Quiz


A

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Mind map