METH 2.1.1 Ben ik dat echt?

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Ben ik dat echt?

uit: Door stil te staan kom je verder

Een andere kijk op probleemgedrag 

Geert Bettinger

Wie heeft op stage al een of meer dossiers gelezen?

1 dossier

meer dossiers

alle dossiers

geen dossiers

Welke informatie moet volgens jou sowieso in een dossier staan?

Welke informatie vind jij overbodig of zelfs belemmerend voor jouw werk?

Welke informatie is objectief?

1. Hij heeft een matige verstandelijke beperking.
2. Hij is depressief.
3. Hij vraagt behoorlijk veel aandacht.
4. Hij heeft vasculaire dementie.

Blz. 107

Welke informatie is objectief?

1. Zij is dwangmatig.
2. Zij is ronduit asociaal.
3. Zij kan niet lezen.
4. Zij kan nooit alleen zijn.

Welke informatie is objectief?

1. Zij heeft de diagnose manisch depressief.
2. Hij houdt niet van lichamelijk contact.
3. Zij is zeer agressief.
4. Hij moet structuur hebben.

Een voorbeeld uit de praktijk ...

In het standaardzorgdossier van een psychogeriatrisch verpleeghuis vullen begeleiders het antwoord op de volgende vragen over de communicatieve vaardigheden van cliënten in:

1. Houdt wel / niet van lichamelijk contact.

2. Houdt wel / niet van drukte om zich heen.

3. Kan zich wel / niet goed uitdrukken.

blz. 108

Wat is je mening over deze werkwijze?

Prima, dit geeft een goed beeld van verschillende aspecten van communicatie.

Prima, op deze manier geeft het zorgdossier kort en bondig de nodige informatie.

Ik vind iets anders ...

Blz. 109

Stel ... je raakt in coma. Over jou mogen maximaal 5 gegevens in het dossier staan. Wat moet er in ieder geval in komen te staan?

Hoe vaak moet volgens jou een dossier bij worden gewerkt?

Als er tijd over is, staat in de PP van de les de suggestie om de casus 'Verboden aan te kijken voor te lezen' (vanaf blz. 112). 

Aansluitend zou deze vraag gesteld kunnen worden.

De vraag kan ook zonder het voorlezen van de casus gesteld worden.