Hoofdstuk 6 Bewegen

Wat is een stroboscopische foto?
A
Een aantal foto's achter elkaar geplakt
B
Open sluiter en belichten met een aantal lichtflitsen
C
De sluiter kort open en de hele tijd belichten
D
Een foto genomen in de discotheek
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is een stroboscopische foto?
A
Een aantal foto's achter elkaar geplakt
B
Open sluiter en belichten met een aantal lichtflitsen
C
De sluiter kort open en de hele tijd belichten
D
Een foto genomen in de discotheek

Slide 1 - Quiz

In 1 seconde zijn er 4 flitsen. Op een stroboscopische foto zie je 8 beelden. Hoeveel seconden heeft de beweging op de foto geduurd?
A
1,5 seconde
B
1,75 seconde
C
1,9 seconde
D
2 seconden

Slide 2 - Quiz

Een camera maakt 30 beeldjes per seconde. Hoeveel beeldjes zijn er nodig om 2,5 seconden te filmen?
A
75
B
80
C
60
D
100

Slide 3 - Quiz

Op een afstand-tijd diagram moet de tijd altijd verticaal staan en de afstand horizontaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Als je een grafiek maakt zet je een aantal punten in de tabel. Tussen de punten moet je...
A
een rechte lijn van begin tot eind maken
B
een lijn maken die goed aansluit bij alle punten
C
rechte lijnen tussen alle punten maken

Slide 5 - Quiz

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h

Slide 6 - Quiz

Een schaatser sprint de 500 meter in 35 seconden. Was is zijn gemiddelde snelheid in km/h ongeveer?
A
14 km/h
B
51 km/h
C
35 km/h
D
26 km/h

Slide 7 - Quiz

John rijdt 120 km/h op de snelweg. Hoe ver heeft John gereden in 15 minuten?
A
23 km
B
30 km
C
60 km
D
50 km

Slide 8 - Quiz

Op een stroboscopische foto zie je de afstand tussen de beeldjes steeds minder groot worden. Wat voor soort beweging is dit?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 9 - Quiz

Anita staat voor een verkeerslicht en geeft gas als het licht op groen springt. Wat voor soort beweging is dit?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 10 - Quiz

Een auto die 30 km/h rijdt staat eerder stil wanneer er hard geremd wordt dan wanneer een auto 50 km/h rijdt.
A
De beginsnelheid is dan anders
B
De massa is anders
C
De remkracht is anders

Slide 11 - Quiz

Een automobilist ziet een kind oversteken en remt 1,4 seconden nadat hij het kind heeft gezien. Deze persoon heeft een...
A
Goed reactie vermogen
B
Gemiddeld reactie vermogen
C
Slecht reactievermogen

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je de afstand die de persoon uit de vorige vraag aflegt in de 1,4 seconden die hij nodig heeft om op de rem te trappen?
A
Remweg
B
Reactieafstand
C
Stopafstand

Slide 13 - Quiz

De reactieafstand wordt groter als de beginsnelheid groter is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

De stopafstand wordt kleiner als de remkracht groter is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Als de reactietijd groter is, wordt de stopafstand kleiner
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz