Er is een broodjeaapverhaal dat gaat over een gezin dat in de jaren negentig naar een huisje in Center Parcs ging en zagen dat de vorige bewoners nog niet waren vertrokken. Er zat nog een groepje Hells Angels in de woonkamer.
‘Sorry’, zeiden de leden van de motorbende. ‘Zet jullie bagage maar gewoon neer en ga een stukje wandelen. Dan maken wij alles schoon, en kunnen jullie zo naar binnen.’
Het gezin besloot inderdaad een stukje te gaan lopen. Toen ze terugkeerden, was het huisje spik en span, en hun bagage was zelfs netjes ingeruimd in de kasten. ‘Wat hebben we toch veel vooroordelen over de Hell’s Angels’, zei de vrouw tegen de man. ‘Het zijn eigenlijk gewoon ontzettend aardige mensen.’
Toen de leden van het gezin twee weken later de fotorolletjes had laten ontwikkelen, vielen ze bijna van hun stoel van verbazing. Op de foto’s stonden de Hell’s Angels, met hun broek naar beneden, tussen hun billen zaten de tandenborstels van de gezinsleden.