5H - Werkwoordspelling wk 47

Werkwoordspelling -
even opfrissen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling -
even opfrissen

Slide 1 - Slide

Vandaag: 
  • Opfrissen: Persoonsvorm (TT & VT), voltooid deelwoord (VD)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Goed of fout?
In het rijtje: vallen -branden- missen-leven-binden, staan drie sterke werkwoorden.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik, .... jij 

jij 

hij/zij/het

meervoud 

ik-vorm

ik-vorm + t

ik -vorm + t

'infinitief' 
fiets      word 

fietst    wordt 

fietst    wordt

fietsen  worden

Slide 5 - Slide

De voorzitter ..... (openen, tt) en sluit de vergadering
A
opent
B
opend
C
opendt
D
opentd

Slide 6 - Quiz


Emma ..... (tt) een e-mail
A
verzend
B
verzendt
C
verzent
D
verzond

Slide 7 - Quiz

Even oefenen
Edward (besteden) veel aandacht aan de teksten.
Op het nieuws is te horen dat de burgemeester per direct (aftreden).
Onze school (krijgen) volgend jaar een nieuwe praktijkruimte.

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm VT
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex- kofschip.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex- kofschip?
wel  >   ik-vorm + te(n)
niet >   ik-vorm + de(n) 

Sterke werkwoorden:  klankverandering

Slide 9 - Slide

De agent ..... (laden, vt) zijn geweer.
A
laadte
B
laadde
C
laadten
D
laadden

Slide 10 - Quiz

De advocaten .... (eisen, vt) vrijspraak voor hun cliënt.
A
eiste
B
eisde
C
eisten
D
eisden

Slide 11 - Quiz

Even oefenen
De leerling-kok (braden) het vlees aan beide kanten goudbruin.

De hovenier (planten) een mooie, grote boom en (wieden) vervolgens het onkruid.
Restaurant De Molen (openen) op 24 april zijn deuren.



Slide 12 - Slide

Werkwoordsvorm: voltooid deelwoord
Je herkent het voltooid deelwoord aan: 
  • Het geeft aan dat iets is afgelopen 
  • Zin bevat een vorm van hebben, zijn of worden
  • Er staat ge- be- of ver- voor 

Twee soorten: 
1. klankverandering: loop - liep - gelopen / zwem - zwom - gezwommen
2. eindigen op -t of -d        >      't ex - kofschip>      LET OP:    je gebruikt de laatste letter van de STAM van het werkwoord!       


Slide 13 - Slide

Het voltooid deelwoord van
proeven is:
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 14 - Quiz

Even oefenen
Thierry heeft de omlijsting gisteren (verven).
Ik heb het theorie-examen (halen).
Ik wist niet wat er werd (bedoelen).
Ik ben (verhuizen).

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Nu Ned Taalverzorging 2.1/ 2.2/ 2.3
Schrijfopdrachten 1 t/m 4 inleveren via Canvas deadline 11 oktober
Grammaticatrainers maken

TOA toetsen deadline 11 oktober

Slide 16 - Slide