This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Examentraining Aardrijkskunde VMBO - TL
Weer & Klimaat
Slide 1 - Slide
Geef de definitie van Weer en Klimaat.
Slide 2 - Open question
Op zeeniveau is het 8 graden. Wat is de temperatuur op 2000m? En wat is dan de temperatuur op de top?
Slide 3 - Slide
In het dal op 1900m is het 0 graden, wat is de temperatuur op de top?
Slide 4 - Slide
In een examen staat:
In Nederland komen in elk jaargetijde periodes voor met een hoge luchtdruk. Bij een hoge luchtdruk zijn de bewolkingsgraad en uv-straling anders dan bij een lagere luchtdruk.
Welke begrippen zijn in deze vraag belangrijk?
Slide 5 - Slide
Hoge luchtdruk
Bewolkingsgraad
UV-Straling
Lagere luchtdruk
Slide 6 - Slide
In Nederland komen in elk jaargetijde periodes voor met een hoge luchtdruk. Bij een hoge luchtdruk zijn de bewolkingsgraad en uv-straling anders dan bij een lagere luchtdruk.
Wat is juist?
A
Bij een hoge luchtdruk is de bewolkingsgraad hoger en de uv-straling lager dan bij een lagere luchtdruk.
B
Bij een hoge luchtdruk zijn de bewolkingsgraad en de uv-straling
hoger dan bij een lagere luchtdruk.
C
Bij een hoge luchtdruk is de bewolkingsgraad lager en de
uv-straling hoger dan bij een lagere luchtdruk.
D
Bij een hoge luchtdruk zijn de bewolkingsgraad en de uv-straling lager dan bij een lagere luchtdruk.
Slide 7 - Quiz
Beargumenteer of Nederland op 8 april 2018 een aanlandige of een aflandige wind had.
Tip, begin je zin met: In Nederland was een ... wind omdat ...
Slide 8 - Open question
Geef met behulp van de zoninvalshoek aan waardoor het in Spanje gemiddeld warmer is dan in Nederland.
Slide 9 - Open question
player.ntr.nl
Slide 10 - Link
Uitspraak A: in gebieden waar de hoeveelheid nuttige neerslag klein is, komt vaker extensieve veeteelt voor dan in gebieden waar de hoeveelheid nuttige neerslag groter is.
Uitspraak B: door droogte en reliëf hebben Spaanse akkerbouwers gemiddeld meer last van bodemerosie dan Nederlandse akkerbouwers.
Geef aan of de uitspraak juist of onjuist is. Sleep de woorden juist of onjuist op de juiste zin
Juist
Juist
Onjuist
Onjuist
Slide 11 - Drag question
Welke afbeelding hoort bij welke klimaatgrafiek? Sleep de afbeelding op de juistje grafiek
Slide 12 - Drag question
Noem de twee gevolgen van klimaatverandering die voor de inwoners van Florida meer gevaar opleveren dan voor de inwoners van Kentucky.
Slide 13 - Open question
Meestal neemt de windsnelheid boven land af, omdat obstakels de wind afremmen. Bij orkanen is er nog een oorzaak waardoor de windsnelheid afneemt boven land.
Geef deze oorzaak.
Slide 14 - Open question
Beargumenteer of deze foto past bij hazardmanagement bij tornado’s of bij hazardmanagement bij orkanen in het kustgebied.
Slide 15 - Open question
In de examens:
Beschrijven en verklaren van verschijnselen die horen bij weer & klimaat in Nederland en Spanje en deze verschijnselen vergelijken. Daaronder valt:
Het weer in Nederland beschrijven aan de hand van de weerelementen en voor gegeven omstandigheden het weer verklaren met behulp van de weerelementen en klimaatfactoren.
- ontstaan van neerslag
- vormen van neerslag
Slide 16 - Slide
Weerelementen:
1. Temperatuur ·
2. Neerslag ·
3. Luchtvochtigheid ·
4. Windrichting ·
5. Windsnelheid en windkracht ·
6. Luchtdruk.
Klimaatfactoren:
1. Geografische breedte
2. Hoogteligging
3. Reliëf
4. Ligging
5. Wind- en zeestromen
Slide 17 - Slide
Water verdampt -->
de waterdamp koelt af -->
condenseert in een heleboel hele kleine waterdruppeltjes (de wolk) -->
waterdruppeltjes botsen tegen elkaar en vormen grotere druppels -->
De druppels vallen uit de wolk --> neerslag.
Hoe ontstaat neerslag?
Slide 18 - Slide
player.ntr.nl
Slide 19 - Link
Wet van Buys Ballot
https://www.youtube.com/watch?v=ghTbHI5qM5M (om later te bekijken)
Wind waait van een hoge drukgebied naar een lage drukgebied. Ga met je rug naar het hoge drukgebied staan en kijk naar het lage drukgebied. Op het noordelijk halfrond waait de wind dan altijd naar rechts. Op het ZH naar links.
Slide 20 - Slide
Er worden nav de bron twee uitspraken gedaan: Uitspraak 1: op 3 januari 2018 was het bijna windstil in Nederland.
Uitspraak 2: lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied en heeft op het noordelijk halfrond door het draaien van de aarde een afwijking naar rechts.
A
Alleen uitspraak 1 is goed
B
Alleen uitspraak 2 is goed
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout
Slide 21 - Quiz
Soorten klimaten
zeeklimaten
landklimaten
koude klimaten
tropische klimaten
droge klimaten
Kunnen beschrijven en verklaren
Slide 22 - Slide
Soorten klimaten
Slide 23 - Mind map
Huiswerkopdracht
Maak opdracht 1 t/m 15 van het examen aardrijkskunde 2021, tijdvak 1.
Kijk je eigen werk kritisch na en corrigeer in je eigen woorden.