Woche 4 27/1-2/2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Woche 4 27/1-2/2

Wilkommen!

Stunde 10 P3

weektaak 27/1-2/2

1 Grammatik/ vaardigheden : Teil C S.88 Konjunktiv II theorie + C1,C2,C3,C4 
2 Portfolio Lesen und Fernsehen (inleveren maandag 10 februari)

• Doris Dörrie - Mitten ins Herz - Week 4 S32 tm 35 eerste alinea. Zelf lezen 35 tm 38 tweede alinea
• uitwerken beeldfragment+ nieuwe tekst bewerken

3 Woordenschat: Treffend B1 13.3 woorden  leren +oefeningen 

Lernziel Stunde 10

1. je breidt je woordenschat uit.
2. je kunt bij een literaire tekst opdrachten maken.

Examnet

13.1+13.2+13.3 linkerkolom

CODE

stMRHB

Doris Dörrie

S32 tm 35 eerste alinea. Zelf lezen 35 tm 38 tweede alinea

Opdrachten afmaken voor portfolio

KLAAR? Verder met Treffend! 13.3 helemaal +oefeningen

Wilkommen!

Stunde 11 P3

bitte einloggen

weektaak 27/1-2/2

1 Grammatik/ vaardigheden : K3 Begegnungen  Teil C S.88 Konjunktiv II theorie + C1,C2,C3,C4 
2 Portfolio Lesen und Fernsehen (inleveren maandag 10 februari)

• Doris Dörrie - Mitten ins Herz - Week 4 S32 tm 35 eerste alinea. Zelf lezen 35 tm 38 tweede alinea
• uitwerken beeldfragment+ nieuwe tekst bewerken

3 Woordenschat: Treffend B1 13.3 woorden  leren +oefeningen 

Lernziel Stunde 11

1. je kent de vormen van de Konjunktiv II
2. je kunt de Konjunktiv II toepassen

Konjunktiv II

Der Konjunktiv II ZOU...

ist eine besondere Verbvorm

1.  wenn man höflich sein will

2. um einen Wunsch zu äußern

3.  um anzugeben, dass etwas möglich sein könnte.

Herkenbare zinsbouw (niet altijd): 

 Wenn .., dann ... = Als .... , dan ...

Kort: Konjunktiv 1 en 2

Konjunktiv 1:

om andermans woorden weer te geven in de “indirecte rede”. Komt vooral in formele taal voor. Deze moet je vooral herkennen.

Konjunktiv 2:

om iets beleefd te zeggen of aan te geven dat het een mogelijkheid is. Deze komt vaak in spreektaal voor. Deze moet je vooral kunnen toepassen.

Wie entsteht der Konjunktiv II ?

Meistens benutzt man eine Form von werden und ein Verb!

Beispiele:

Ich würde das nicht machen.

Wie würdet ihr diese Aufgabe lösen ?

Wir würden gerne ein Eis kaufen.

Formen des Verbs werden Konjunktuv II :

ich würde

du würdest

er, sie, es würde

wir würden

ihr würdet

sie, Sie würden

Ausnahmen!

Die Verben: werden, haben, sein

und alle Modalverben(dürfen, können, mögen, müssen, wissen, sollen en wollen) haben eine eigene Konjunktivform.

Konjunktiv II: Die Hilfsverben

Konjunktiv II: Die Modalverben

-> De uitgangen zijn hetzelfde als bij de onvoltooid verleden tijd van werkwoorden (-te, -test, -te, -ten, -tet, -ten)

Wie bildet man den Konjunktiv II?

1. stam t.t. "werden" + Umlaut + uitg. Konj. II
2. volt.dw. "werden" + Umlaut + uitg. Konj. II
3. stam v.t. "werden" + uitg. Konj. II
4. stam v.t. "werden" + Umlaut + uitg. Konj. II

Welches sind die Endungen des Konjunktiv II ?

1. e, st, t, en, t, en
2. -, st, - , en, - t, en
3. -, st, -, en, et, en
4. e, est, e , en, et, en

Ergänze mit der richtigen Konjunktiv II- form:

______________ ( haben) du vielleicht Morgen Zeit für mich?

1. hatte
2. hattest
3. hast
4. hättest

oefenen!!

Ergänze mit der richtigen Konjunktiv II- form:

Er ____________ ( willen) keine Hausaufgaben machen.

1. mochte
2. möchtet
3. möchte
4. mochtet

Ich würde das nicht kaufen, wenn ...... (als ik jou was)!

1. wenn ich du warst!
2. wenn ich du wäre!
3. wenn ich dich wäre!
4. wenn ich du wärest

Wat zouden jullie hebben gedaan?

1. Was hattet ihr gemacht?
2. Was hätten ihr gemacht?
3. Was habt ihr gemacht?
4. Was hättet ihr gemacht?

Wij zouden graag dit jaar vertrekken.

1. Wir möchten dieses Jahr gerne abreisen.
2. Wir mochten dieses Jahr gerne abreisen.
3. Wir möchten dieses Jahr abreisen.
4. Wir möchten dieses Jahr gerne reisen.

Kunt u ..... ..... mir das bitte noch einmal erklären?

1. Können Sie
2. Konnten Sie
3. Möchten Sie

Wenn ich genug Geld (.....), (......) ich ein Pferd kaufen.

1. hätte, würde
2. hatte, würde
3. hätte, wurde
4. hatte, wurde

Dat zou mooi zijn!

1. Das würde schön sein!
2. Das sei schön!
3. Das ware schön!
4. Das wäre schön!

Ik zou kunnen komen, als ....

1. Ich würde kommen können, wenn ...
2. Ich könnte kommen, wenn ...
3. Ich kännte kommen, wenn
4. Ich konnte kommen, wenn

Konjunktiv II

tegenwoordige tijd (herhaling)

Verleden tijd (nieuw)

S 88  staan de vormen

HW maken Aufgabe C2,C3 en C4 hele zinnen in je schrift

LZ Je kunt de Konjuntiv II toepassen

Wilkommen!

Stunde 12 P3

HW controle schriften

vragen?

weektaak 27/1-2/2

1 Grammatik/ vaardigheden : K3 Begegnungen  Teil C S.88 Konjunktiv II theorie + C1,C2,C3,C4 
2 Portfolio Lesen und Fernsehen (inleveren maandag 10 februari)

• Doris Dörrie - Mitten ins Herz - Week 4 S32 tm 35 eerste alinea. Zelf lezen 35 tm 38 tweede alinea
• uitwerken beeldfragment+ nieuwe tekst bewerken

3 Woordenschat: Treffend B1 13.3 woorden  leren +oefeningen 

Lernziel Stunde 11

1. je werkt aan woordenschat en leesvaardigheid

Portfolio Lesen und Fernsehen 

(inleveren maandag 10 februari)

Kies een nieuwe tekst (tekst 3)  en maak hier de opdrachten uit het portfolio bij.

LZ je werkt aan woordenschat en leesvaardigheid