Reageren Les 1: Spieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Actie is reactie

Hoofdstuk 14: Reageren

§1 Spieren

Merkbare reactie

Je lichaam moet reageren op zijn omgeving: overleving.

Hiervoor is nodig:

• zintuigen (waarnemen)
• zenuwcellen (informatie versturen)
• zenuwstelsel (informatie verwerken)
  
• spieren en/of hormoonklieren (reactie)
  

Automatische reacties

Reflexen

Reacties waarbij je reageert voordat je bewust bent van de waarneming.

Voorbeelden:

• pupilreflex,
  
• ooglidreflex,
  
• kniepeesreflex

Aanpak hoofdstuk

Beginnen met het makkelijke:

1. Waarneembare reactie: spieren
   
2. Zintuigen: ogen in het bijzonder
   
   Daarna moeilijker:
   
3. Werking zenuwstelsel: verwerken van informatie.
4. Zenuwcellen: cellen vormen je zenuwstelsel, hoe werken zij?
5. Reactie door hormonen (deels herhaling)
   

Spieren

Bij deze reflexen zijn spieren betrokken. Deze zitten met pezen aan botten vast. Je moet een aantal dingen weten van spieren.

1. Welke 3 soorten spieren zijn er?
2. Welke kenmerken horen bij deze spieren?
3. Hoe werkt een spier op celniveau?
4. Hoe kun je spieren trainen?

EXIT-vragen voor vandaag

• Waarom kan de hartspier niet dwarsgestreept zijn?
• Waarom kan de hartspier niet gladspierweefsel zijn?

Kort even herhalen

Spieren bestaan uit spiercellen. 

Bij dwarsgestreept zijn deze cellen met elkaar vergroeid.

Hierdoor ontstaat een rangschikking van myosine en actine: lichte en donkere banden.

actine

myosine

C: door binding ATP, verbinding myosine en actine verbroken

D: omzetting ATP>ADP en P(i) verandert myosine van vorm (schuift naar rechts)

A: Door vormverandering bij D kan myosine weer binden aan actine.

B: Doordat ADP loslaat van myosine verandert myosine weer van vorm en duwt actine .

Overzicht samenwerking myosine en actine

Tip: BINAS 90C

1 = B            4= A

2= C             5= B

3= D