de woordvolgorde

de woordvolgorde
grammaire
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

de woordvolgorde
grammaire

Slide 1 - Slide

de woordvolgorde franse zin.
tijd/ plaats + onderwerp+ alle werkwoorden+ lijdend/ meewerkend voorwerp + tijd/plaats

In een ontkennende zin komt ne/ n'  voor de persoonsvorm ( het eerste werkwoord) en pas / jamais/ plus erachter.

Slide 2 - Slide

Je ne peux pas aller à la fête demain

Wat is het onderwerp in de zin?

Slide 3 - Open question

Je ne peux pas aller à la fête demain

Wat zijn de werkwoorden?

Slide 4 - Open question

Je ne peux pas aller à la fête demain.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 5 - Open question

Je ne peux pas aller à la fête demain.

Wat is de tijd in de zin?

Slide 6 - Open question

Welke zin is in de goede volgorde?
A
Nous avons, hier acheté un cadeau.
B
hier, nous avons acheté un cadeau
C
acheté nous avons un cadeau, hier

Slide 7 - Quiz

Hier, nous avons acheté un cadeau.

Wat is de goede vertaling?
A
Vandaag, hebben wij een cadeau gekocht.
B
Gisteren heeft hij een cadeau gekocht.
C
Gisteren, hebben wij een cadeau gekocht.
D
vandaag, heeft hij een cadeau gekocht.

Slide 8 - Quiz

je peux aller.
Maak deze zin ontkennend

Slide 9 - Open question

Ik nodig jou uit voor mijn verjaardag.

Vertaal deze zin in het Frans.

Slide 10 - Open question

Ik heb een boek gekocht in de winkel.

Slide 11 - Open question

vandaag, organiseer ik een feest.

vertaal deze in het Frans.

Slide 12 - Open question

Dat is mijn vriend.

vertaal in het Nederlands.

Slide 13 - Open question

dat is mijn vriendin.

Slide 14 - Open question

j'ai deux chiens noirs.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
A
deux
B
chiens
C
noirs

Slide 15 - Quiz

j'ai deux chiens noirs.
vertaal deze zin in het Nederlands.

Slide 16 - Open question